Onze maatschappij is in de greep van een
verhaal over een
virus. Maar op welke feiten is dat verhaal gebaseerd?
Mattias Desmet is professor klinische psychologie aan de Universiteit
Gent.
Mattias Desmet
Het hoeft niet meer gezegd: onze maatschappij gaat door een
ongeziene crisis. Een crisis waarvan we de politieke,
economische, sociale en psychologische gevolgen nog niet
kunnen inschatten. Ze is in de greep van een verhaal over
een virus. Een verhaal dat ongetwijfeld op feiten gebaseerd
is. Maar welke?
We vingen voor het eerst een glimp op van ‘de feiten’ via
een verhaal over een virus in China dat de lokale overheden
tot de meest drastische maatregelen noopte. Hele steden
werden in quarantaine geplaatst, in allerijl werden nieuwe
ziekenhuizen gebouwd, figuren in witte pakken
desinfecteerden de publieke ruimte, enzovoort. Hier en daar
klonk dat de totalitaire Chinese staat over-reageerde en dat
het nieuwe virus niet erger was dan een griep. Ook het
omgekeerde werd gesuggereerd: dat het veel erger moest zijn
dan men liet doorschemeren want dat geen enkele overheid
anders dergelijke verregaande maatregelen zou treffen. Toen
speelde alles zich nog ver van ons bed af en gingen we ervan
uit dat het verhaal ons niet toeliet om de precieze feiten
te kennen.
Tot het virus inEuropaarriveerde.
We registreerden nu zelf het aantal besmettingen en het
aantal doden. Er werden beelden getoond van overvolle
spoeddiensten in Italië, van colonnes legervoertuigen die
lijken afvoeren, van ruimtes vol met doodskisten. Verhaal en
feiten leken vanaf dan samen te vallen en onzekerheid maakte
plaats voor zekerheid.
Terecht? Dat is voor discussie vatbaar. Hoe
bepaal je wie er sterft aan corona? Als iemand op gezegende
leeftijd met wankele gezondheid het coronavirus krijgt en
sterft, sterft hij dan aan dat virus? Is de laatste druppel
meer de oorzaak van het overlopen van de emmer dan de
eerste?Het verhaal wordt geconstrueerd door een angst die al
geruime tijd in alle geledingen van de maatschappij aan
het groeien was.
Idem dito voor het bepalen van het aantal besmette personen.
Ook dat blijkt niet evident. Zoals onder anderen viroloogMarc
Van Ranstzei: het reële aantal
besmettingen ligt waarschijnlijk tien keer hoger dan het
aantal gediagnosticeerde besmettingen. Dat betekent onder
andere dat de schatting van de mortaliteitsgraad, oftewel de
gevaarlijkheid van het virus, enorm varieert: 100 besmette
personen met 4 overlijdens geeft een mortaliteit van 4
procent; 1.000 besmette personen met 4 overlijdens geeft een
mortaliteit van 0,4 procent. Als men van dat laatste getal
vertrekt – dat statistisch gezien het correcte is – ziet het
coronavirus er plots veel minder gevaarlijk uit. Hetzelfde geldt voor de ‘appreciatie’ van het aantal
dodelijke slachtoffers. Op dit moment gaat men uit van
16.000 dodelijke slachtoffers wereldwijd. Is dat veel? Op
het eerste gezicht wel. Tot je beseft dat er volgensThe
Lancetelk jaar tussen de 290.000 en de
640.000 mensen sterven aan de griep. Zestienduizend klinkt
plots minder indrukwekkend.
Verhaal construeren
Het is belangrijk dat we stilstaan bij iets waar we
ondertussen in paniek aan voorbij hollen: wat onze reactie
op het virus bepaalt, zijn niet de feiten op zich maar wel
het verhaal dat omtrent de feiten geconstrueerd wordt. Dat
verhaal wordt geconstrueerd door hulpverleners die oprecht
hun best doen, door mensen die hun medemensen niet willen
zien lijden, door politici die de juiste beslissingen willen
nemen, door academici die zo objectief mogelijke informatie
willen verstrekken. Maar het verhaal wordt ook geconstrueerd
door politici die onder druk staan van de publieke opinie en
zich genoodzaakt voelen om krachtdadig op te treden, door
leiders die de controle kwijt waren over de samenleving en
nu door het virus de teugels weer in handen kunnen krijgen,
door experts die hun onwetendheid moeten verbergen en de
vlucht vooruit kiezen, door academici die een gelegenheid
zien om zich te laten gelden, door de in de mens inherent
aanwezige neiging tot hysterie en dramatiek, door
farmaceutische bedrijven die een gouden kans ruiken, door
media die gedijen op sensationele verhalen, door
getuigenissen van unieke gevallen bij wie het ziekteverloop
uitzonderlijk zwaar was…
Het verhaal wordt vooral geconstrueerd door een angst en een
psychische ontreddering die al geruime tijd in alle
geledingen van de maatschappij aan het groeien waren. In de
jaren en maanden voor de uitbraak van de coronacrisis vielen
de tekenen dat de maatschappij op een psychologische crisis
afstevende nauwelijks nog te ontkennen.
Ziekteverlof door psychisch lijden en gebruik van
psychofarmaca volgden een exponentiële curve; de diagnose
burn-out nam epidemische vormen aan en bedreigde het
functioneren van hele organisaties, bedrijven en
overheidsinstellingen; het toekomstbeeld werd meer en meer
getekend door pessimisme en perspectiefloosheid. Als onze
samenleving niet zou worden weggespoeld door de wassende
zeeën, dan wel door de vluchtelingenstroom. Het Grote
Verhaal van deze maatschappij, het verhaal van de
verlichting, leidde om het zacht uit te drukken niet langer
tot het optimisme en positivisme van weleer. Vanuit een
hedendaags psychoanalytisch perspectief is dat precies het
punt waarop de angst zich situeert: het punt waar men niet
langer zekerheid vindt in een verhaal over de eigen
identiteit.
Mensbeeld
Dit is mijn stelling: deze crisis is in de eerste plaats een
psychologische crisis, een massieve doorbraak van angst in
de maatschappij. Angst wordt slechts in heel beperkte mate
veroorzaakt door reële problemen, maar ze rechtvaardigt
zichzelf door reële problemen te creëren.
Die problemen voelen we nu al aan: op politiek vlak het
oprijzen van de dictatoriale staat; op economisch vlak de
recessie en het failliet van talloze bedrijven en kleine
zelfstandigen; op sociaal vlak een blijvende aantasting van
de (fysieke) band tussen mensen; op psychologisch vlak nog
meer angst en depressie; en jawel, op lichamelijk vlak, in
de nasleep van de psychologische en sociale stresstoestand,
een collaps van de immuniteit en de fysieke gezondheid. Lees
er de literatuur omtrent psychogene dood, placebo’s en
hypnotische sedatie op na om u ervan te vergewissen hoe
onvoorstelbaar sterk de impact van psychische factoren op
lichamelijke ziekte en gezondheid kunnen zijn. Zonder dat we
de spiraal van angst en psychisch onbehagen kunnen
doorbreken waarin we als maatschappij al decennia aan het
wegglijden zijn, kunnen virussen die nu nog relatief
onschadelijk zijn in de toekomst wel degelijk ravages
aanrichten.
We moeten de huidige angst als een probleem op zich
beschouwen, een probleem dat zich niet laat herleiden tot
‘de feiten’ van ‘een virus’ maar een oorzaak op een volledig
ander niveau heeft, op het psychologische niveau, het niveau
van het (falen van het) Grote Verhaal van onze maatschappij.
Het Grote Verhaal van onze maatschappij is het verhaal van
de mechanistische wetenschap; een verhaal waarin de mens
gereduceerd wordt tot een biologisch organisme. Een verhaal
ook dat de psychologische en symbolische dimensie van het
menselijke wezen totaal miskent. Dat mensbeeld is de kern
van het probleem. Elke behandeling van welke epidemie ook
die vanuit dit mensbeeld vertrekt, zal het probleem
uiteindelijk alleen maar erger maken. Of zoalsEinsteinhet
stelde: men kan een probleem niet oplossen door hetzelfde
soort denken dat het veroorzaakte.
Dit is de échte opgave waar we als individu en als
maatschappij voor staan: een nieuw verhaal construeren, een
nieuwe grond voor onze identiteit, een nieuwe grond voor
onze maatschappij, een nieuwe grond voor het samenleven met
anderen.Hannah
Arendthad dat al door in 1954, dat het
oude verhaal aan het aflopen was en dat we daarom
geconfronteerd werden met “the
elementary problems of human living-together”. Er moet
niet in de eerste plaats een materiële barrière tegen een
virus opgeworpen worden, maar wel een symbolische barrière
tegen de angst. Dat in gedachten houden kan misschien helpen
om op het juiste niveau te handelen in deze crisis.