De band tussen
de socialistische beweging en de islamitische
gemeenschap is afgebrokkeld
Begon sp.a-voorzitter John Crombez toch wel over
terreur, asielzoekers en de multiculturele
samenleving, zeker? Daarmee joeg hij weldenkend
links de gordijnen in en blies hij de laatste brug
op met wat restte van de islamitische achterban.
Het was afgelopen week plots onrustig in enkele
zomerse buitenverblijven in Toscane en de Ardèche.
Vakantie houdende meerwaardezoekers lazen op hun
iPad Air 2 het onheilspellende nieuws dat
sp.a-voorzitter John Crombez de problemen met
migranten niet langer wilde verbloemen. En hij
voegde er - nog erger - aan toe: ‘Wij, de
sociaaldemocraten, zijn daar lang veel te soft in
geweest.’
Sp.a-senator Bert Anciaux was alvast niet gediend
van die monoculturele visie. Hij eiste een
genuanceerd debat, iets waaraan volgens hem in de
partij nog ‘heel veel werk’ is. En wie Anciaux een
beetje kent, weet dat de ex-VU’er, ex-ID21’er,
ex-Spiritist en ex-Vl.Pro’er er zijn hand niet voor
omdraait een nieuwe progressieve beweging te
stichten.
Voor fellowtraveller en gewezen VRT-journalist
Walter Zinzen is de kous al af: ‘Zo’n sp.a heeft
geen bestaansreden meer. We zullen het met de groene
helft van het (rood-groene) front moeten doen’,
pende hij in een woest opiniestuk in de krant De
Standaard.
De aanslepende voorzittersverkiezing tegen Bruno
Tobback was al geen cadeau voor Crombez. Nadien
volgden de banbliksems omdat hij het voorstel
steunde van zijn Nederlandse PvdA-collega Diederik
Samsom, die de Syrische asielzoekers terug naar
Turkije wilde drijven.
Met zijn exposé over asielcrisis, terreur en
integratie trapte Crombez nu ook op de ziel van de
laatste vertegenwoordigers van progressief
Vlaanderen die de partij nog in haar kiesreserve
telt.
Al doofde de discussie tussen weldenkend links en
flinks opmerkelijk snel. Dat doet vermoeden dat wat
in de sp.a wordt gezegd en gedacht het politieke
debat amper nog aanstuurt. Ook de reacties van
publicisten uit de moslimgemeenschap waren schaars.
Zo schaars dat het lijkt alsof de
links-flinksdiscussie hen koud laat. Ooit leken de
socialisten en de milieupartijen de natuurlijke
bondgenoten van de migrantengemeenschap. Maar daar
blijft weinig van over. De terreuraanslagen en de
discussie daarover hebben diepe wonden geslagen.
Bovendien ontwikkelde zich in de allochtone
gemeenschap - en vooral bij moslimjongeren - een
discours dat progressief links probeert te negeren.
Met als gevolg dat het progressieve kamp tussen
hamer en aambeeld geraakte. ‘Tussen de hamer van het
staatsracisme en het aambeeld van de weerstand van
de inboorlingen’, stond het destijds in een
pamflettekst van de Tunesische politiek
wetenschapper en publicist Sadri Khiari en de
Frans-Algerijnse activiste en schrijfster Houria
Bouteldja, twee oprichters van de Mouvement des
Indigènes de la République (MIR), dat intussen ook
in een partijvorm werd gegoten.
De MIR ontstond in 2005, het jaar van de grote
muiterij in de Parijse randstad en tekent de
maatschappelijke breuk die zich in Frankrijk
voltrok. Sadri Khiari, een gewezen trotskist, en
Houria Bouteldja verwachten geen heil van de
antiracistische blanke. ‘SOS-racisme’ en ‘Touche pas
à mon pote’ worden artificieel in stand gehouden ten
behoeve van die blanke antiracisten.’ Terwijl de MIR
zelf graag bijeenkomsten organiseert waar blanken
buiten de deur moeten blijven.
Al probeert de Franse journalistieke goegemeente de
beweging als marginaal voor te stellen, toch wordt
haar invloed niet onderschat. Sommigen leggen zelfs
de schuld voor de aanslag op de redactie van Charlie
Hebdo op de schouders van de MIR. Eind 2011 al
verschenen op de webstek van de beweging de eerste
aanvallen op het satirische blad, dat met zijn
islamnummer optrad als wegbereider voor Marine Le
Pen bij de presidentsverkiezingen, daarbij de
islamitische bevolking stigmatiserend. Het
stichtingsmanifest van de MIR, ‘Appel aan de
inlanders’, werd mee ondertekend door de als
progressief bestempelde filosoof en islamoloog Tariq
Ramadan.
Dat de band tussen de socialistische beweging en de
islamitische gemeenschap compleet is afgebrokkeld,
lijken ze alleen nog bij de Brusselse PS niet te
zien. Die vraagt nu uit electoraal lijfsbehoud het
vreemdelingenstemrecht bij regionale verkiezingen.
De Waalse PS blijft daarover oorverdovend stil. De
Franse PS heeft na de recente moordende aanslagen de
breuk met de islamitische gemeenschap vastgesteld.
Met de presidentsverkiezingen in het achterhoofd
steunt premier Manuel Valls openlijk de
burgemeesters van vakantiesteden die de boerkini
verbieden.
Allahoe Akbar
Eerder dit jaar verscheen in Frankrijk bij de linkse
uitgeverij La Fabrique ‘Les Blancs, les Juifs et
nous’, van de hand van de al genoemde Houria
Bouteldja. Het pamflet stemde zelfs de progressieve
totemkrant Libération ongemakkelijk, om niet te
zeggen verbijsterde. De ondertitel, ‘Vers une
politique de l’amour révolutionnaire’, klinkt
hoopgevend. Maar die revolutionaire liefde komt erop
neer dat de blanken hun fouten inzien die ze
opstapelen sinds 1492, de ontdekking van Amerika.
Want daar begon volgens Bouteldja het racisme en de
hele ellende. Waarna ze zich moeten scharen achter
de mobiliserende strijdleuze ‘Allahoe Akbar’ - ‘God
is de grootste’. De blanke onderdrukker moet maar
eens beseffen dat hij zich niet ongestraft kan meten
met God.
Het mag duidelijk zijn: alleen blanken bezondigen
zich aan racisme en onderdrukking. Azië lijkt
volgens de auteur niet te bestaan. Dat zwarte slaven
door Arabische kooplui werden opgejaagd en verkocht
aan blanke handelaars, laat Bouteldja even
achterwege. Net als de belegering van het
Palestijnse kamp in het Syrische Jarmuk, afwisselend
door Islamitische Staat en dan door Hezbollah, en de
onderdrukte Arabische lente. Zij loopt dan weer hoog
op met Malcolm X. Dat die door zijn moslimbroeders
werd vermoord, is wellicht een detail.
De schrijfster heeft weinig op met blanke homo’s.
Haar held is de Iraanse leider Mahmoud Ahmadinejad,
die ooit verkondigde dat er geen homoseksuelen in
Iran zijn. Dat is best mogelijk, want als ze al
bestonden, laat Ahmadinejad ze terechtstellen.
Het feminisme is een luxeprobleem van blanke
vrouwen, en Joden kan je volgens haar herkennen aan
de manier waarop ze zich inspannen om blank te zijn.
Bouteldja noemt zich antizioniste, geen antisemiet.
Een denktruc die Stalin al toepaste om Joden te
elimineren. Zionisten mogen tegen de muur worden
gezet.
Het eerste hoofdstuk in haar boek kreeg de titel:
‘Fusilleer Sartre.’ De progressieve filosoof stierf
volgens de auteur als blanke, want hij gaf
bestaansrecht aan Israël. Terloops, voor de mensen
in het zuiden is de Shoah ‘een detail’, ‘niet eens
waarneembaar in de achteruitkijkspiegel’. Daarom ook
citeert Bouteldja graag Jean Genet, die verrukt was
over de aanval van nazi-Duitsland op Frankrijk.
Het zal Anciaux en Zinzen allicht verrassen, maar
Bouteldja schrijft: ‘Ik minacht links.’ En volgens
haar treft de blanke proletariër een even grote
schuld als de blanke bovenbazen als het gaat om de
verdrukking van de gekleurde migrant. Die immigrant
uit het zuiden dacht in Europa de heilige graal te
vinden. Dan schrijft ze: ‘Maar bij aankomst in
Marseille stond hij plots neus aan neus met de
democratie. Hij bukte zich en viel over de
mensenrechten, hij draaide naar rechts en stootte op
de vrijheid, hij keerde naar links en struikelde
over de broederlijkheid. En hij wist het nog niet,
maar decennia later volgde de ultieme ontmoeting,
die met de laïciteit.’
Het staat er allemaal. Het boekje van Bouteldja ligt
als een waarschuwing in elke Franstalige boekhandel
in Brussel.
Frans Van
Cauwelaert. 19 augustus 2016
‘Wegkijken
van geweld bij moslims?
Dan
stevenen we af op catastrofe'
Tania Kambour
Met
haar bestseller over geweld door jonge moslims
doorbrak politieagente Tania Kambouri in Duitsland
een taboe. Over de toekomst is ze pessimistisch.
‘Steeds meer burgers bewapenen zich.’
Halverwege het gesprek zegt Tania Kambouri (32):
‘Weet u dat sommige Duitse rechters milde vonnissen
uitspreken omdat ze bang zijn? Ze worden bedreigd
door etnische clans, Libanezen vaak, van wie de
leden zelfs in de rechtszaal agressief zijn en
intimideren. En niemand grijpt in. Uit angst.’ Het
is om moedeloos van te worden, bekent de
politieagente uit Bochum. ‘De burgers beseffen dat
de staat het geweldmonopolie dreigt te verliezen.
Duitsers schaffen steeds vaker wapens aan,
pepperspray of een handwapen, omdat ze denken dat
wij hen niet meer kunnen beschermen.’
We zitten in een café in een stadje ergens in het
Ruhrgebied, dat oude industriegebied waar eerder al
gastarbeiders zijn neergestreken, zoals Tania’s
Griekse ouders, die zich mengden met de autochtonen.
Maar recentelijk kwamen daar veel nieuwkomers bij,
uit Oost-Europa, het Midden-Oosten en Afrika. Veel
moslims. Het is een explosieve mix, zegt de agente:
‘Ik vrees voor een serieuze toename van de
onveiligheid. In de oude wijken trekken de ‘normale’
mensen weg. Buitenlanders nemen er de straten over,
mensen die de taal niet spreken, die zich crimineel
gedragen, die geen enkele moeite doen om te
integreren. Voor hen zijn wij ‘kuffars’,
ongelovigen, van wie je je ver houdt. Er ontstaan
no-goareas. Ik durf daar ’s avonds niet meer alleen
te komen.’
Met dergelijke, onverbloemde analyses werd Tania
Kambouri tot haar eigen verbazing een mediaster in
Duitsland. De ‘Kommissarin’ met het donkere haar en
de donkere ogen schreef in 2013 een brandbrief over
haar ervaringen op straat met gewelddadige jonge
moslimmannen. Die hebben geen enkel respect voor de
politie, constateerde Kambouri. Ze verachten de
Duitsers en de Duitse samenleving. Agenten worden
door hen uitgescholden, uitgedaagd, bespuugd en
zelfs in elkaar geslagen. En als we ingrijpen
krijgen we te horen dat we ‘racisten’ zijn, schreef
ze. ‘Dan klinkt het oude nazi-liedje.’
Blinde politici
Kambouri had er genoeg van. Ze wilde dat de Duitse
burgers de waarheid zouden horen. Haar ‘Wutbrief’,
een combinatie van aanklacht en noodkreet, sloeg in
als een bom. Van haar boek ‘Deutschland im Blaulicht’,
dat ze schreef op uitnodiging van haar uitgeverij
werden sinds de lancering in september vorig jaar al
meer dan 150.000 exemplaren verkocht. Het stond
wekenlang op de bestsellerlijsten bij onze
oosterburen en is nu in het Nederlands verschenen.
Honderden brieven en e-mails krijgt ze, van mensen
die net als zij genoeg hebben van de
‘politiek-correcte politici en media’ en die willen
dat er iets verandert. ‘Er zat zelfs een vrouw van
boven de 90 tussen en ook allochtonen want die
hebben net zo goed last van die criminaliteit. Maar
helaas verandert er niets’, zegt Kambouri. ‘Sterker,
het is nog veel erger geworden sinds de
vluchtelingencrisis. Er zijn honderdduizenden
immigranten ondergedoken. Geen vrouwen en kinderen,
zoals de media willen doen geloven, maar tot wel 90
procent mannen, is mij door collega’s gezegd. Hoe
denk je dat die aan geld komen? Ik merk het op
straat: diefstallen, auto-inbraken, zakkenrollen,
beledigen, geweld, al die delicten nemen toe. Maar
onze politici zijn liever blind.’
Gevolg: boze kiezers lopen over naar de
anti-islampartij Alternative für Deutschland (AfD),
ook politieagenten. ‘Dat vind ik gevaarlijk want wat
betekent de opkomst van populistisch-rechts voor
allochtonen zoals ik en voor mijn Turkse vrienden?’
Ze schildert de dagelijkse frustraties. ‘In Essen
werd bij een routinecontrole een Libanese crimineel
aangehouden. Binnen de kortste keren werden 30 tot
40 clanleden opgetrommeld en dreigde een escalatie.’
Als ze een buitenlander zonder vaste woon- en
verblijfplaats en zonder geld op zak betrapt bij een
inbraak, laat ze hem lopen, vertelt Tania. ‘Hij kan
de boete zogenaamd niet betalen en het openbaar
ministerie heeft het te druk om zijn achtergronden
te checken. Zo’n crimineel lacht ons recht in ons
gezicht uit en pleegt een uur later weer een
inbraak. Hoe leg ik dat uit aan een Duitser die
wordt opgepakt omdat hij een verkeersboete niet
heeft betaald?’
De Duitse politiemacht wordt door moslimmannen
gezien als ‘slap’ omdat agenten opdracht hebben te
de-escaleren, zegt ze. ‘Wij praten en argumenteren.
In hun ogen ben je dan zwak. Tegen nieuwkomers
zeggen ze: in Duitsland heb je niets te vrezen.’
Kambouri pleit voor harder optreden, voor zwaardere
straffen en voor het invoeren van stroomstootwapens
en bodycams. ‘In Beieren zijn ze veel strenger en
dat heeft effect.’
Dat geweld tegen agenten toeneemt, ervaarde Kambouri
aan den lijve. De interviewafspraak moest worden
verzet nadat ze bij een inzet bijna haar linkerpink
verloren had. ‘We hielden een Litouwer staande, die
agressief werd. Toen we hem op de grond drukten,
hapte hij in mijn pink en probeerde die doormidden
te bijten. Ik moest hem hard en lang in zijn gezicht
slaan, voordat hij eindelijk losliet.’ Ze wijst op
haar kapotgeslagen, blauw gezwollen rechterhand.
‘Die mensen voelen door alle adrenaline geen pijn
meer.’ Een tijdje geleden werd ze op een haar na vol
in het gezicht getrapt. ‘Een fractie zuiverder en ik
was nu arbeidsongeschikt geweest.’
Lijfsbehoud
Ze voelt door dit soort ervaringen steeds minder
terughoudendheid om tegengeweld te gebruiken, bekent
ze. ‘Puur uit lijfsbehoud.’ Collega’s raden haar aan
om een rustigere functie te zoeken, ‘maar ik wil op
straat blijven werken’. Kambouri treedt op in
talkshows en stuit dan op critici als Jakob Augstein,
een bekende columnist, die haar ervaringen
bagatelliseerde (‘Politiewerk is nu eenmaal
gevaarlijk’) en Kambouri’s uitspraken over de
moslimachtergrond van veel daders in twijfel trok.
‘Dat was mijn eerste tv-optreden. Ik schrok enorm.
Ik hield me uiterlijk rustig, maar ik kookte
vanbinnen. Dit soort wegkijkers, zonder
praktijkervaring, is er verantwoordelijk voor dat we
in Duitsland en Europa afstevenen op een catastrofe.
Mijn collega’s en ik riskeren alles, maar waarvoor?’
Dat is een krasse observatie, maar Kambouri schrikt
niet terug voor provocerende uitspraken. ‘Voordat
mijn boek uitkwam, was ik nog redelijk optimistisch.
Sindsdien praat ik met journalisten en politici. ik
werd uitgenodigd tot in het Kanzleramt, maar ik
bespeur geen enkele urgentie. Ze gebruiken mij als
een mascotte en gaan dan over tot de orde van de
dag.’
Toch heeft ze wel enige verandering in gang gezet.
Duitse journalisten zeggen dat ze ‘blij zijn dat
eindelijk iemand zegt wat wij ook denken, maar niet
durven op te schrijven’. ‘Maar dan nog zwakken ze in
het uiteindelijke interview mijn uitspraken af omdat
ze bang zijn de lezers op te stoken.’ In zo’n
angstige sfeer, zegt Kambouri, waarin de feiten niet
mogen worden benoemd, is het bijna onmogelijk om
over oplossingen te praten. ‘Neem de gebeurtenissen
in Keulen. Wij wisten allang dat Noord-Afrikaanse
mannen bij het centraal station overlast
veroorzaakten. Maar hun etnische achtergrond werd om
politieke redenen verzwegen. Ja, dat ergert mij
omdat die culturele en religieuze achtergrond er wel
degelijk toe doet. En hoor je politici en media over
de misstanden in de asielzoekerscentra, over het
geweld tegen vrouwen daar en de gedwongen
prostitutie? Als die meisjes geen seks leveren, zijn
ze vogelvrij. Dan worden ze door de bewakers -
allochtonen vaak - niet langer ‘beschermd’. Dat is
de praktijk waarmee wij te maken hebben. En voor wie
worden wij nu geacht op te komen? Voor de zware
criminelen? Of voor hun slachtoffers?’
Wierd Duk
Bron: De Tijd, 09 juli 2016
Annabel Nanninga :
Interview Annabel Nanninga
Als 'vrijheidsfundamentalist' staat ze bekend om
haar scherpe uitspraken. Journaliste en
ThePostOnline-columniste Annabel Nanninga (1977)
strijdt bezorgd spottend tegen de islamisering van
Nederland. 'We lijden aan de heiligverklaring van
het slachtoffer.'
Het
was de week waarin het racisme eindelijk aan de
oppervlakte kwam.
Eindelijk? Het was vooral de week waarin kwalijk
racisme dat allang bestaat en altijd en overal door
iedereen en tegen iedereen wordt geuit, ineens voor
mediamensen een dingetje werd. Omdat Sylvana Simons
nu in het nieuws is, ligt de nadruk erg op het
anti-zwarte racisme. Dan krijg je zo'n
uitzwaaipagina op Facebook en komen al die
imbecielen weer uit hun holen om 'bananen' en
'katoenplukken' te roepen. Maar kijk op internet
eens naar de reacties onder een willekeurig
nieuwsbericht over Israël. Daar lees je al jaren
uitspraken als: Hitler had zijn werk moeten afmaken.
'De mate waarin Sylvana wordt aangepakt is ook niet
nieuw. Geert Wilders wordt al twaalf jaar beveiligd.
Hij kan niet meer over straat, en moet elke dag van
opiniemakers in gerespecteerde kranten lezen dat
onder hem het neofascisme weer door de straten
marcheert. Sylvana trekt nu even veel aandacht,
omdat het een onverwachte move was om zich aan te
sluiten bij Denk, en omdat het een beetje een gekke
vrouw en een gekke partij is. Mensen vinden het leuk
om grappen te maken over haar hysterische gretigheid
om achter elke boom een racist te zien.'
Toen bleek dat Sylvana zich aansluit bij Denk
twitterde u: 'Nouja je weet wat ze zeggen over
negers. Die hebben een hele lange... arm. #Denk
#Ankara #Sylvana.(lacht) 'Dat is een grap. De lange
arm van Ankara is in het nieuws, vooral door die
twee muppets van Denk, die hoog of laag kunnen
springen maar natuurlijk gewoon jongens van de
AK-partij zijn. En dan natuurlijk dat oude
racistische vooroordeel over de penislengte van de
zwarte man.'
Eerder sprak u over 'klaagnegers'. We vinden nu toch
allang dat zulk taalgebruik racistisch is?
'Klaagnegers, ja dat zeg ik inderdaad. Net zoals ik
iemand met het down-syndroom mongooltje noem. Ik
noem mensen neger, Turk of Marokkaan en doe niet aan
streepjesnederlanders. Aan dat hele politiek
correcte taalgebruik heb ik geen boodschap. Binnen
de grenzen van de wet moet je alles kunnen zeggen
wat je wilt.
'Die overgevoeligheid is wel een beetje het probleem
met de huidige generatie antiracisten. Als je
Nederlanders vraagt of je een zwart persoon om zijn
huidskleur een baan mag weigeren, zal 99,99 procent
nee zeggen. Niemand is in dat opzicht een racist.
Zijn er bepaalde onbewuste racistische vooroordelen?
Ja, natuurlijk! Maar als je bij het minste of
geringste 'racisme' gaat gillen, raken mensen
geïrriteerd en worden ze onwilliger om naar je te
luisteren.
'Kijk naar wat Sylvana deed met Simek in DWDD. Simek,
die ook nog eens getrouwd is met een zwarte vrouw,
had het erover hoe hij als onhandige blanke man een
vluchteling probeerde te helpen. Sylvana gaat daar
vervolgens helemaal op zitten en het slachtoffer
uithangen. Dan denk ik: kijk eerst eens naar de
dingen waar je écht nog wat te winnen hebt. Naar
bepaalde achterstanden, zoals het hoge aantal
tienerzwangerschappen onder zwarte meisjes.'
Of discriminatie op de arbeidsmarkt, wat heel goed
aan de wieg kan staan van de problemen waar u naar
verwijst.
Dat vind ik zó makkelijk. Bij die
problemen gaat het niet zozeer om zwarte mensen,
eerder om Marokkanen. Ik ken heel veel ondernemers
die er vanwege slechte ervaringen moeite mee hebben
hen aan te nemen. Dat is heel vervelend voor
goedwillende mensen met een Marokkaanse achternaam,
maar geen vooroordeel ingegeven door racistische
motieven. Wat ik van hen hoor, is dat Marokkaanse
werknemers afspraken niet nakomen, stelen,
onberekenbaar en snel gepikeerd zijn en werkgevers
van racisme beschuldigen als die ook maar een beetje
kritiek uiten. Dat zie je ook in het publieke debat.
Ik heb destijds in niet mis te verstane bewoordingen
over het kindermisbruikschandaal in de katholieke
kerk geschreven en nog niet één boos e-mailtje
gehad. Maar geef één kick over die fucking islam of
Erdogan, en je mail, Twitter en Facebook staan bol
van de zeer geagiteerde jongelui.'
En daarom gaat u juist meer over die onderwerpen
schrijven?
'Ja, daar moet je maar tegen kunnen. Je moet tegen
cartoons kunnen over voor jou belangrijke zaken. Je
moet spot, hoon en kritiek kunnen verdragen. Onder
Nederlandse cabaretiers als Freek de Jonge is het
jarenlang bon ton geweest om zonder al te veel
problemen tegen de katholieke kerk aan te schoppen.
Maar wie dat met de islam doet, is zijn leven niet
zeker. We moeten het level playing field - dat niets
of niemand boven kritiek verheven is - behouden.
'Hoezo, geen grappen over de profeet? Moslims kunnen
toch niet dicteren wat wel en niet kan? (fel) Het
kan wél: we hebben vrijheid van meningsuiting. Het
is toch uitgesloten dat een instituut zegt: over ons
mag je niets zeggen? Dat moet je toch meteen
afbreken? Ja, spot kan kwetsend zijn, maar als
gekwetstheid een criterium wordt - grow a pair. Dan
is het einde zoek en kun je niets meer zeggen.'
Wanneer is voor u dat einde zoek?
'Wanneer mensen wél hun mond gaan houden en bepaalde
zaken boven kritiek zijn verheven. Ik heb geen
apocalyptische visioenen dat we straks allemaal een
hoofddoek moeten dragen, maar in heel kleine stapjes
wordt geknaagd aan vrijheid, aan het vrije woord.
Tegelijk zie je dat bepaalde kwalijke gedachten wel
vrij mogen worden geuit en zelfs in praktijk
gebracht. Mensen worden daar slachtoffer van. Ze
eindigen met een mes in hun keel in de
Linnaeusstraat zoals Theo van Gogh of worden onder
het mom van cultuur onderdrukt.
'Op een steenworp afstand van waar we nu zitten,
leven vrouwen die nooit zonder hun man naar buiten
mogen. Jongens die alles doen wat God verboden
heeft, maar stelselmatig hun zusjes controleren. Die
hele islamisering zet discussies terug in de tijd.
We hebben het opnieuw over allang verworven
vrijheden, zoals vrouwenrechten en religiekritiek.
'Loop als jonge vrouw maar eens over straat in een
willekeurige volkswijk in een grote stad. Als je
geen hoofddoek draagt, ben je voor die islamitische
kutjochies fair game. Je wordt nageroepen en
aangeraakt. In de Amsterdamse volksbuurt waar ik ben
geboren en nog steeds woon, zijn het
Tahrirpleinachtige toestanden, maar daar hoor je
niemand over. Vervolgens zeggen die ontzettend lieve
goedbedoelende bakfietsgrachtengordelvrouwen en de
Pechtoldjes van deze wereld - die zelf niet in dat
soort buurten wonen - dat er ook blanke
billenknijpers zijn en dat mensen in Staphorst ook
niet van homo's houden. Onder het mom van rekening
houden met elkaar, werken zij mee aan de
islamisering van Nederland.
'Wanneer gaan wij - en dan bedoel ik iedereen die de
normen, waarden en plichten van onze rechtsstaat
accepteert - nu eens één lijn trekken tegen de
lieden die die rechtsstaat ondermijnen? Het gaat om
het verdedigen van vrijheidswaarden die van oudsher
als progressief links gelden. Maar wanneer je, zoals
ik, die waarden verdedigt tegen iemand met een ander
geloof, ben je ineens een racist.'
Wat is uw diagnose van die dubbele houding?
'Schuldgevoel, cultuurrelativisme, zelfhaat, de wens
om te deugen? Zeg het maar. Het is voor de meeste
mensen veiliger om iemand te beschermen, dan om
iemand aan te vallen. Maar na veertig jaar hebben we
toch wel gezien dat het niet helpt? We zitten nu met
derde en vierde generatie allochtonen die alle
kansen hebben gekregen, maar nog steeds de taal niet
spreken. Die radicaler en meer op het thuisland zijn
gericht dan hun grootvaders die hier ooit kwamen.
'Die droegen als jonge mannen superhippe
jarenzeventigpakken, maar lopen nu gedesillusioneerd
rond in djellaba's met zo'n kralenkettinkje in de
hand. We hadden vanaf het begin duidelijk moeten
maken dat bepaalde zaken niet onderhandelbaar zijn.
Geen tweetalige folders en geen aparte voorzieningen
voor mannen en vrouwen.
'De vluchtelingencrisis geeft ons de kans het over
te doen, maar je ziet het opnieuw gebeuren: bijna
alle homoseksuele vluchtelingen wonen nu alweer in
safehouses buiten de azc's. Dat superneerbuigende
wangetjesknijpen en minder eisen stellen, werkt
niet. We lijden aan de heiligverklaring van het
slachtoffer. Als we ophouden de jongens die in de
volkswijken de boel terroriseren als slachtoffers te
behandelen, gaan zij zich misschien ook niet meer
als slachtoffers gedragen.
'Tegelijkertijd, en laat dat wel gezegd zijn, zijn
er ook heel veel jonge Turken en Marokkanen die een
prima leven hebben, die gewoon een baan en een gezin
hebben, en niemand tot last zijn.'
Maar u noemt AD-columniste Hanina Ajarai 'een
quotumvrouwtje dat erbarmelijke troep schrijft'.
'Maar dat is toch ook zo? Ik noem Hanina geen
quotumvrouwtje omdat ze een hoofddoek draagt, maar
omdat het baggerslecht is wat ze schrijft.
Natuurlijk helpt het om dat te zeggen. Al die
quotummensen moeten weg. Dat soort mutsen zijn heel
nadelig voor andere Marokkaanse vrouwen, want de
volgende keer dat een van hen een rubriek krijgt in
een tijdschrift of in een tv-programma verschijnt,
zal er altijd die verdenking zijn: zit ze hier omdat
ze iets kan of niet?
'Je kunt je ook eens een beetje weerbaar opstellen.
Over vrouwen bestaan ook veel vooroordelen. Daar kun
je ontzettend over miepen of je maakt er het beste
van. Wees eens wat sterker en ga niet meteen in een
hoekje liggen huilen als je een keer gediscrimineerd
wordt.'
Toch voelen veel Turken en Marokkanen die niemand
tot last zijn zich ook als tweederangsburger
behandeld.
'Inderdaad. Maar die helpen we juist door niet
langer om de hete brij heen te draaien. Ik krijg
veel berichten van jonge Turken, Marokkanen en ook
zwarten die het op veel punten met me eens zijn. Zij
zeggen: ik heb last van dat tuig in Amsterdam-West
en van die extremistische achterlijke gekken, maar
als ik in eigen kring kritisch probeer te zijn, lig
ik eruit.
'En wat gebeurt er met mensen die zich wél
uitspreken, zoals Zihni Özdil en jongerenimam Yassin
Elforkani? Die worden meteen van drie kanten
genaaid. Nadat Elforkani recent in Het Parool zei
dat we er maar eens mee moeten ophouden te ontkennen
dat alle haat en terreur niets met de islam te maken
heeft, moest hij beveiligd worden tegen zijn eigen
islamitische achterban. Daarna werd hij getorpedeerd
door de VARA omdat hij niet meer de bruggenbouwende
knuffelimam was die zo goed in het frame van Pauw en
DWDD past. En vervolgens werd hij door dom rechts
kapotgemaakt. 'Het is een smoes', zeggen dezelfde
types die ook hatelijke facebookpagina's maken.
'Want moslims liegen altijd.' Dat is kwalijk. Zulke
mensen moeten we steunen en faciliteren. Juist zij
kunnen een voorbeeld zijn waardoor het tuig op een
eilandje komt te staan.'
Intussen neemt het onbehagen van Henk en Ingrid toe.
'Precies. Die mensen zitten geparkeerd in
troosteloze wijken in Purmerend waar ze moeilijk uit
hun uitkering komen. Die voelen zich totaal niet
vertegenwoordigd door de politiek en de media. Met
name de publieke omroep en de grote landelijke
kranten zitten nog in een eigen bubbel. Een klein
rapport waarin tien gevallen van islamofobie in
Rotterdam worden gemeld, komt - bam! - groot bij de
NOS. Henk en Ingrid lezen dat en denken: onze
dochter kan hier nooit rustig over straat, maar dat
zien we nooit op het Journaal.
'Veel mensen noemen mij rechts, maar in wezen ben ik
behoorlijk sociaal-democratisch. Ik ben niet per se
tegen uitkeringen en enige staatsbemoeienis op
economisch niveau. Een antireligieus standpunt, het
beschermen van het vrije woord, is overgeheveld naar
het rechter kamp. De enige die al twaalf jaar lang
niet over straat kan vanwege zijn mening is
Wilders.'
U wordt ook regelmatig bedreigd, maar lijkt daar
vrij onverstoorbaar onder.
'Op school was ik al zo'n onverstoorbaar meisje dat
namens de hele klas naar de leraar ging om te klagen
hoe belachelijk het was om drie proefwerken op een
dag te hebben. Tot Theo van Gogh op een steenworp
afstand van mijn huis werd vermoord, was ik zo'n
links grachtengordelmeisje. Toen kwam het besef dat
er iets verrot is als mensen worden doodgemaakt om
wat ze vinden. Inzake het vrije woord zal ik nooit
enige concessie doen. Als ik beveiligd moet worden
of niet meer over straat kan, zij dat zo. Principes
zijn niet goedkoop.'
Interview: Chris Rutenfrans; Janita Naaijer , 28
mei 2016
Is de 'linkse' Herman Brusselmans
na zijn column
'Wij van links',
de nieuwe held van
rechts ?
|