Als algemeen
belang voorrang heeft op democratie.
25-03-2006
Als gevolg van de vermeende
frauduleuze verkiezingen in Wit-Rusland hebben de regeringsleiders van de
Europese Unie vrijdag (25/03/2006) sancties aangekondigd tegen president Aleksandr Loekasjenko (foto) van
Wit-Rusland.
Zij stellen dat Wit-Rusland een "droeve
uitzondering is op een continent van open en democratische samenlevingen".
Dat het Wit-Russische regime niet hoog oploopt met democratische
vrijheden valt niet te ontkennen. Dat de machthebbers aardig wat dictatoriale
trekjes vertonen is zelfs een understatement. En dat, door het stelselmatig
weren van de oppositie in de media, de recente verkiezingen aldaar
enigszins gemanipuleerd zijn, kan men ook niet loochenen.
De
verwachting dat bij zogenaamde vrije verkiezingen de Wit-Russische
communisten automatisch het onderspit zouden delven is echter niet zeker, of
eerder, onwaarschijnlijk. In tegenstelling tot hun geestesgenoten in de andere
Oostbloklanden tijde van de val van de muur, had de oppositie niet meer het
voordeel de kiezers voor te houden dat vrijheid, democratie en kapitalisme hen
alles zou brengen wat hen tot heden ontbrak, maar te verzwijgen dat diezelfde
vrijheid, democratie en kapitalisme hen datgene zou ontnemen wat ze nu hebben.
De
corrupte ambtenarij van het hoogste en middenniveau en ook het misdaadmilieu
wist zich in de andere voormalige Oostbloklanden te verrijken tijdens de chaos
die de snelle overgang met zich bracht. Het gros van de bevolking in die landen
denkt nu met weemoed terug aan de ‘dictatoriale’ tijd van werk-
en inkomenszekerheid, kosteloze gezondheidszorg en gratis kinder-
en ouderenopvang. Een tijd waar de verschillen tussen de minder-
en beterbedeelden overzichtelijk en aanvaardbaar waren. Voor hen, voor wie nu
niet alleen het geld ontbreekt om te reizen en luxegoederen te kopen, maar
daarenboven zelfs hun vroegere, in onze ogen, lage levenskwaliteit niet meer
kunnen halen, zijn vrijheid en democratie holle en eerder waardeloze begrippen.
Als
journalisten zich even afkeren van de protesterende studenten en intelligentsia
(die uiteraard betere financiële vooruitzichten hebben in een kapitalistische
maatschappij) en bij de gewone arbeider, boer en thuiswerkende vrouw of
ouderling hun oor te luisteren leggen, blijkt men in grote meerderheid best
tevreden te zijn over het aan de macht zijnde bewind. Het feit dat Wit-Rusland
bewijst dat ook een communistisch land een florerende economie kan hebben, die
daarenboven ook nog de bevolking ten goede komt, draagt eveneens bij tot de
relatieve tevredenheid van de Wit-Russische ‘jan met
de pet’.
Democraten
zijn blijkbaar minder democratisch voor diegenen die het algemeen
belang voorrang geven op de democratie. Bovendien tolereren de zogenaamde voorstanders van vrije
meningsuiting niet altijd dat men die mening ook in de praktijk brengt.
Door hun
actie bewijzen de Europese leiders dat zij niet moeten onderdoen voor hun Amerikaanse collega, als het gaat om op arrogante wijze
hun wil op te leggen aan landen die afwijken van de door hen gehuldigde
zogenaamde democratische vrijheden.
Dat de raad van regeringsleiders van de E.U.
in meerderheid bestaat uit rechtse liberalen, aangevuld door een paar, eveneens
rechtse, salonsocialisten, en allen aanbidders van de onvoorwaardelijke
kapitalistische vrijemarkteconomie, zal daar niet vreemd aan zijn.
Renaat van Poelvoorde