oktober 2018

De partijmachtsverhoudingen-verkiezingen

 

Er zijn burgers die denken dat zij op 14 september hun burgemeester kunnen kiezen, en er zijn er zelfs die denken dat zij op die dag met hun stem mee-bepalen welke partij zij in hun gemeentebestuur willen. Er zijn zelfs burgers die denken dat zij ook meebepalen welk beleid er de komende zes jaar hun gemeente zal worden gevoerd...Dat daar tegelijk ook provincieraadsverkiezingen bij plaatsvinden is, gezien deze, wat bevoegdheden betreft, op sterven na dood zijn, hierbij niet echt relevant meer.

Maar, zoals meerder gebeurtenissen, waarbij hoop en geloof een grote rol spelen, blijkt die hoop, laat staan het geloven daarin, voor heel wat van die simplisten een uitgestelde ontgoocheling te zijn. Want voor zover dat al niet eerder in alle stilte tussen bepaalde plaatselijke politieke kopstukken, al dan niet gestuurd door de nationale partijcenakel, is overeengekomen, gaan vanaf het bekend worden van de stembusuitslag, de onderhandelaars van bepaalde partijen samen aan de slag met het ‘geven en nemen’-spel, dat men ‘coalitieonderhandelingen’ noemt.

Bij dat ‘spel’ wordt dan bepaald welke van de onderhandelde partijen en personen de belangrijke posten van Burgemeester, voorzitter van gemeenteraad en OCMW-voorzitter bekleden, alsook nog enkele andere ondergeschikte mandaten m.b.t. communales, commissies, adviesraden, enz. Ten slotte wordt, al dan niet rekening houdend met de traditionele partijlijnen en de onderscheiden het verkiezingsprogramma’s, een compromis uitgedokterd dat de contouren van het het toekomstige gemeentebeleid gaat uitmaken.

De bestuursdeelname en het onderhandeld akkoord dient achteraf weliswaar door de leden van de ‘coalitiepartijen’ nog goedgekeurd te worden, maar dat is in regel maar een formaliteit, gezien die in meerderheid, meestal slaafs het advies van hun partijtopmannen volgen.

‘De kiezer’ heeft dan, naar men zegt, ‘gekozen’. NIET wat betreft de burgemeester, NIET wat betreft het schepencollege, en ook NIET wat betreft het gemeentebeleid, maar hoogstens, en deels, ENKEL wat betreft de gemeenteraadsleden betreft. En gezien die niets meer of minder dan de stemmachines en woordvoerders van de partijbesturen zijn, is die keuze van een te verwaarlozen belang.

In werkelijkheid heeft de kiezer’ op 14 september enkel de machtsverhouding tussen de plaatselijke politieke partijen bepaalt, en heeft hij hen verder ‘carte blanche’ gegeven om onder mekaar uit te maken, wie met welk beleid hen gaat besturen...

 

Hetzelfde geldt uiteraard ook voor de gewest-, en nationale- en Europese verkiezingen.

 

Renaat Van Poelvoorde