De partijmachtsverhoudingen-verkiezingen
Er zijn burgers die
denken dat zij op 14 september hun burgemeester kunnen kiezen, en er
zijn er zelfs die denken dat zij op die dag met hun stem mee-bepalen
welke partij zij in hun gemeentebestuur willen. Er zijn zelfs
burgers die denken dat zij ook meebepalen welk beleid er de komende
zes jaar hun gemeente zal worden gevoerd...Dat daar tegelijk ook
provincieraadsverkiezingen bij plaatsvinden is, gezien deze, wat
bevoegdheden betreft, op sterven na dood zijn, hierbij niet echt
relevant meer.
Maar, zoals meerder gebeurtenissen, waarbij hoop en geloof een grote
rol spelen, blijkt die hoop, laat staan het geloven daarin, voor
heel wat van die simplisten een uitgestelde ontgoocheling te zijn.
Want voor zover dat al niet eerder in alle stilte tussen bepaalde
plaatselijke politieke kopstukken, al dan niet gestuurd door de
nationale partijcenakel, is overeengekomen, gaan vanaf het bekend
worden van de stembusuitslag, de onderhandelaars van bepaalde
partijen samen aan de slag met het ‘geven en nemen’-spel, dat men
‘coalitieonderhandelingen’ noemt.
Bij dat ‘spel’ wordt dan bepaald welke van de onderhandelde partijen
en personen de belangrijke posten van Burgemeester, voorzitter van
gemeenteraad en OCMW-voorzitter bekleden, alsook nog enkele andere
ondergeschikte mandaten m.b.t. communales, commissies, adviesraden,
enz. Ten slotte wordt, al dan niet rekening houdend met de
traditionele partijlijnen en de onderscheiden het
verkiezingsprogramma’s, een compromis uitgedokterd dat de contouren
van het het toekomstige gemeentebeleid gaat uitmaken.
De bestuursdeelname en het onderhandeld akkoord dient achteraf
weliswaar door de leden van de ‘coalitiepartijen’ nog goedgekeurd te
worden, maar dat is in regel maar een formaliteit, gezien die in
meerderheid, meestal slaafs het advies van hun partijtopmannen
volgen.
‘De kiezer’ heeft dan, naar men zegt, ‘gekozen’. NIET wat betreft de
burgemeester, NIET wat betreft het schepencollege, en ook NIET wat
betreft het gemeentebeleid, maar hoogstens, en deels, ENKEL wat
betreft de gemeenteraadsleden betreft. En gezien die niets meer of
minder dan de stemmachines en woordvoerders van de partijbesturen
zijn, is die keuze van een te verwaarlozen belang.
In werkelijkheid heeft de kiezer’ op 14 september enkel de
machtsverhouding tussen de plaatselijke politieke partijen bepaalt,
en heeft hij hen verder ‘carte blanche’ gegeven om onder mekaar uit
te maken, wie met welk beleid hen gaat besturen...
Hetzelfde geldt
uiteraard ook voor de gewest-, en nationale- en Europese
verkiezingen.
Renaat Van
Poelvoorde |