De
verborgen agenda van “meer Vlaanderen”. Juni 2007
Volgens het Vlaams Economisch Verbond, in feite de
Vlaamse dochterorganisatie van het VBO, is “de VDAB een goed werkende
instelling die met slechte grondstoffen moet werken”. Met die ‘grondstoffen’ bedoeld
zij dan de werkzoekenden die ingeschreven zijn bij de Vlaamse Dienst Voor
Arbeidsbemiddeling. Dus voor de VDAB is deze uitspraak, van Philippe
Muyters, gedelegeerd bestuurder van VOKA. niet bepaald vleiend.
Uit de enquête van zijn organisatie blijkt dat de
bedrijven zich liever tot uitzendkantoren richten om hun vacatures in te vullen,
ook al staan de overgrote meerderheid van de daar aangemelde kandidaten
eveneens bij de VDAB ingeschreven als werkzoekende. Eén derde van de bedrijven vindt
het zelfs niet eens nodig om hun vacatures te melden bij de VDAB, en dat stelt
de klaagzang van de bedrijfswereld over de zogenaamde krapte op de arbeidsmarkt
toch enigszins in vraag.
Hoe dan ook, er is wel
degelijk een verschil tussen de uitzendkantoren en de VDAB: het verschil ligt
hem niet zozeer in de kwaliteit van de zich aanbiedende kandidaten, maar eerder
aan het feit dat private kantoren het zich kunnen veroorloven om moeilijker
plaatsbare werkzoekenden links te laten liggen en enkel het zogenaamde “kruim”
van de arbeidsmarkt af te romen. Uitzendkantoren zijn privéondernemingen waar
de de doelstelling winst te maken is, en die winst
maken zij met werkloosheid. Daarentegen is de doelstelling van de VDAB, niet om
winst te maken aan het plaatsen van kandidaten,
maar om alle werkzoekenden aan een job helpen.
De reden van de lage
kwaliteit van de werkzoekenden ligt volgens de werkgevers bij het té kleine verschil tussen de werkloosheidsuitkeringen en de
laagste lonen. Vraag is of voor de
werkgevers de oplossing ligt in de verlaging van de werkloosheidsuitkering, dan
wel de verhoging van de minimumlonen. Misschien kan men het alles overheersende dogma van de vrije
markt, waar de prijzen stijgen bij een krap aanbod en een grote vraag, ook op
de arbeidsmarkt laten gelden, maar begrijpelijkerwijs hoeft men van werkgeverszijde die ideologische consequentie niet
te verwachten.
De resultaten van
deze enquête die het VEV heeft uitgevoerd, en waaruit zij de hierboven
aangehaalde besluiten destilleren, zouden best ook eens de SP.a, en vooral dan de
voorzitter van deze partij, aan het denken mogen zetten over de opportuniteit
van het regionaliseren van de Belgische arbeidsmarkt. Aangezien de VDAB een Vlaamse
dienst is, mag meteen duidelijk zijn
dat de voornaamste oorzaak van een niet soepel werkende arbeidsmarkt niet ligt
aan het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië, maar eerder aan het gebrek aan
soepelheid en creativiteit van de werkgevers.
Hoe is het mogelijk
dat in een land dat over uitmuntend onderwijs beschikt, een uitstekend presterende arbeidsbemiddelingdienst
heeft met een uitmuntende
beroepsopleiding, waar mensen van heinde en verre komen om er werk te zoeken en
een bestaan op te bouwen, de werkgevers steen en been klagen over het gebrek
aan geschikte arbeidskrachten.
Het komt mij
onbegrijpelijk voor dat de linkervleugel van het CD&V en vooral de Sp.a in haar geheel, niet inzien dat bij een verdere
regionalisering van het arbeidsmarktbeleid, niet echt het verschil kan maken,
maar hoofdzakelijk als gevolg zal hebben dat de Vlaamse werkgevers hun
overwicht in de Vlaamse politieke vertegenwoordiging (via VLD, CD&V en last
but not least
Vlaams Belang) zullen misbruiken om via de regionalisering de
arbeidsbemiddeling verder te privatiseren.
Op de volgende bladzijden
van hun verborgen agenda komen dan de ziekteverzekering, de pensioenen, en
waarom niet?…, de scholen aan de beurt. Want dat is wat ‘da joenk’
in feiten bedoeld met een ‘open’, Vrije Liberale Democratische
samenleving. Het ontbrak Jef Houthuys indertijd
blijkbaar niet aan mensenkennis…
Renaat van
poelvoorde