09/2004
Gelijke kansen? Gelijke middelen?
Na regen komt
zonneschijn…en omgekeerd… Er is niets nieuws onder de zon…, en ook moet het
warme water niet opnieuw worden uitgevonden. Zo kent iedereen wel nog
een aantal steeds weerkerende gezegden die, vooral in het politieke milieu,
afgedaan worden als goedkope toog- filosofie.
Sinds enkele decennia mag de onderwijswereld zich verheugen in
beleidsverantwoordelijken die zich in een steeds terugkerende nieuwe
‘verlichtingsperiode’ waanden. Zodoende gaat ons onderwijs, dat zowat als het beste in Europa wordt
beschouwd, gebukt onder de politieke werkelijkheid dat elke onderwijsminister
door doorgedreven hervormingen en hernieuwingen, later wil herinnerd worden als
een Jozef II-cloon. Probleem is echter dat Jozef II
de alleen-zeggenschap had over de nodige financiële
middelen. Aangezien dat dit bij onze moderne onderwijsbeleidsmakers niet het
geval is, heeft het één en ander op zijn zachts gezegd, een onaangenaam gevolg.
Hoewel de
onderwijsbegroting de laatste jaren aanmerkelijk is gestegen, vraagt menig
ouder zich af waar die bijkomende gelden aan besteedt worden.wedde-aanpassingen van het onderwijspersoneel. Het
resterende bedrag dient om de kosten van nieuwe projecten, zoals het de met
populistische naam gekende “gelijke-kansen-onderwijs”
De resterende kruimels worden gebruikt om de steeds groter wordende
administratieve rompslomp te enigszins te verlichten.
Toen ik het
begrip “gelijke-kansen-onderwijs” voor het eerst
hoorde, dacht ik dat het hier ging om het bieden van “gelijke middelen” aan de
leerlingen (ouders), zodat ook kinderen van onvermogenden
over het zelfde studiemateriaal zouden kunnen beschikken en onverminderd aan alle
uitstappen, school- en studiereizen zouden kunnen meedoen. Het blijkt echter
(enkel) over de “verstandelijke” middelen te gaan, die men door methoden en
individuele begeleiding, van leerlingen met leer- achterstand en/of moeilijkheden,
wil aanscherpen.
Wie ben ik om
daar wat tegen te hebben? Maar werd dàt voorheen al
niet gedaan door het CLB en (vrijwillig) door inventieve leeraars? En wat te
denken van het gros van het lerarenkorps, dat zich sterk maakt, dat het
resultaat waarschijnlijk beter zou zijn indien men de splitsingsnorm (maximum klaspopulatie) aanmerkelijk zou verlagen?
Maar dat is nog
niet alles. Om dergelijke arbeidsintensieve projecten uit te voeren is het
beschikbare onderwijsbudget onvoldoende. Daarenboven moet er ook bespaard
worden, vooral dan om de reeds uitgevoerde en beloofde
belasting- en lastenverminderingen waar te maken. En aangezien het
onderwijsbudget, samen met de sociale zekerheid, de grootste hap uit de
begroting betekent, worden de inrichtende machten gedwongen om de tekorten aan
te vullen via besparingen in de secundaire werkingsmiddelen van de scholen. Zo
wordt het budget van onderhoud van gebouwen steeds kleine, alhoewel
dat, gezien de lamentabele toestand van heel wat infrastructuren; eigenlijk zou
moeten verveelvoudigen. Ook wordt het personeel dat instaat voor het dagelijks
onderhoud van de lokalen (poetsen en kleine herstellingen)
stelselmatig afgebouwd. Tevens moeten andere kosten, zoals vervoer naar
zwembaden, tentoonstellingen e.d., beknot worden. En dit is lang niet de
volledige lijst.
Hier en daar zijn
er verlichte liberale genieën die menen dat een inbreng van de commerciële
sector in de onderwijswereld, de ultieme oplossing is…Aan de horizon bemerk ik
het sluipende gift van de geleidelijke (gedeeltelijke) privatisering van het
onderwijs. Scholen met gebouwen en onderhoudspersoneel die dank zij de
bijdragen van firma’s, instellingen en kapitaalkrachtigen de kinderen van de
‘betere’ burgers aantrekt, en de resterende zuivere-overheidscholen
die bij gebrek aan voldoende middelen in aftandse gebouwen de minder vermogende
schoolbevolking huist, met een staf van ongeïnteresseerde of ietwat
wereldvreemde idealistische leerkrachten. Is het dat, wat wij willen?
Misschien moet
het onderwijspersoneel eens overwegen om dààrvoor te
staken, Voor meer werkingsmiddelen, meer ondersteuning, meer en langer
blijvende onderwijsstructuren, meer vertrouwen, meer resultaat gerichte
beoordeling, betere gebouwen, en minder steeds-wijzigende
doelstellingen, minder onprofessionele inmenging, minder
non-educatieve opdrachten en kleinere klasbevolkingen.
Misschien zou dit wel de eerste onderwijsstaking zijn waar de ouders zich
volledig kunnen achterstellen. (behalve dan de asociale egoïsten die zich er
van bewust zijn dat zij dat, naar rato van hun inkomen
en bezit, via hun belastingen zullen meebetalen.)
Misschien krijgen
we wel ooit een gelijke-middelen-onderwijs; gelijke
middelen voor alle netten; gelijke middelen voor alle scholen; voor alle
directies; voor alle leerkrachten, voor alle kinderen…Enkel dàn
is er sprake van gelijke-kansen-onderwijs.
Renaat van
Poelvoorde