Het onverenigbaar Europa                          juli 2007

 

Na de afwijzing door de twee en enige landen die democratisch genoeg waren om het oordeel van de bevolking te vragen over de Europese grondwet, was het in virtueel ‘verenigd Europa’ betrekkelijk stil geworden. Na een jaar ‘reflectie’ heeft men dan maar besloten de hele handel, zoniet geheel, dan toch voor een groot deel te herbekijken. Hoe dan ook, er zullen besluiten genomen moeten worden over het Europese proces.

Onze liberale eerste minister, Guy Verhofstadt, meent  met zijn boek ‘De Verenigde Staten van Europa’ daar weer vaart in kunnen te krijgen. Men noemt het geschrift ‘sympathiek’ en sommigen noemen het zelfs visionair. Na een vlugge lezing zou ik het eerder als  wereldvreemd omschrijven. Globaal zijn de reacties over de inzichten van onze blauwe wonderboy  negatief. Met de term, Verenigde Staten van Europa, mag je niet verwachten dat je veel bijval oogst bij regeringsleiders. Bovendien staat het boek vol met klassieke steeds weerkerende liberale, en voor sociaal ingestelde personen, zoals ik, stilaan ergerlijke recepten: meer banen door middel van ongebreidelde concurrentie, meer flexibiliteit, verlenging van de arbeidsloopbaan, en verschuiving van directe naar indirecte belastingen. Zoals het een promotor van een kapitalistischt-liberaal Europa past rept onze Europa-voorvechter met geen woord over de democratisering van de Europese instellingen, al waarschuwt hij wel dat er een re
gelrechte dumping tussen de lidstaten dreigt, die de sociale bescherming in Europa aantast. 

Zoals dat bij meerdere zaken het geval is zijn de socialistische en andere links partijen verdeeld over het neoliberale karakter van de Europese Grondwet. De ‘linkse’ voorstanders van de grondwet stellen dat het nogal meevalt met de neoliberale grondwet die eenzijdig gericht is op marktwerking,  omdat de diensten van algemeen belang kunnen uitgezonderd worden van de vrije markt.  Waarschijnlijk hebben heel wat linkse parlementaire voorstemmers zich laten vermurwen door de noodzaak om de werking van de Europese Unie te versterken. Zij zien een verenigd Europa niet enkel als middel maar zelfs als noodzaak tegenover de multinationale bedrijven, de macht van de Verenigde Staten van Amerika, de liberale pogingen om het sociale luik van de welvaartsstaat af te bouwen, de criminaliteit, en de oorzaken van het terrorisme.  Daardoor realiseren zij zich onvoldoende de gevaren die het voorgestelde Europese grondwettelijke verdrag met zich meebrengt.

Aan de andere kant hoeft men geen econoom te zijn om te zien dat de Europese economische machtsgroepen alle belang hebben bij een geglobaliseerde economie en een grote, sterke Europese thuismarkt.  Voor hen dienen de noodzakelijke wetten en regels in een zo neoliberaal mogelijk verdrag te worden opgesteld. Met andere woorden: zorg voor een zo verdeeld mogelijke Europese besluitvorming. Het gevaar bestaat dus dat met het stranden van het  grondwettelijke verdrag een stap is gezet in de richting van het door hen gewenste Europa.

De gedeeltelijke uitvoering van de Europese grondwet zou de Europese Unie democratischer en socialer kunnen maken. Een mini-verdrag waarin het Europees Parlement wordt versterkt  ligt binnen de mogelijkheden. Doorbreking van het monopolie van het wetgevend initiatiefrecht door de Europese Commissie is noodzakelijk, net zoals het wenselijk is de voorzitter van de Europese Commissie te laten verkiezen door het Europees Parlement. De samenstelling van het Europees Parlement zal meer evenredigheid moeten tentoonspreiden en dus de grootte van verschillende bevolkingsgroepen moeten weerspiegelen. 

De ‘Verenigde Staten van Europa’ is op zich geen gek idee, maar dan wel op een heel andere manier dan Verhofstadt voorstelt. Een eerste stap is echte democratisering van Europa.

 

Tot nader order zullen wij het voorlopig met de Verdeelde-Verenigde Staten van Europa  moeten doen.