Zij collega van De Post, Johnny Thijs (foto) doet het zuiniger
aan, met ruim 800.000 euro als bruto jaarwedde (96.000 euro per maand). Daarentegen stellen de toplui van onze spoorwegen zich tevreden met, wat ik zou noemen het
minimumloon van de Topmanagers, namelijk een bruto jaarwedde van amper 400.000
tot 500.000 euro (ongeveer 33.000 tot 41.000 euro per maand), wat toch nog
steeds het twintigvoudige is van een treinconducteur.
De voornaamste verantwoording voor deze buitensporige verloning van topambtenaren blijkt te zoeken in de vergelijkbaarheid met de verdiensten die managers van grote privé-bedrijven te beurt vallen. Als zou het daar minder tegen de borst stoten al iemand met een dergelijk inkomen komt te vertellen dat de loonevolutie in België de oorzaak is dat zijn bedrijf in de rode cijfers zit.
Een tweede, al even onzinnig redenering, is dat de verantwoordelijkheid van dergelijke mensen dan ook onnoemelijk groot is. Een verantwoordelijkheid die 20 tot 100 maal groter schijnt dan deze van treinbestuurders en seingevers die elke individueel, dagelijks het leven van honderden treinreizigers in handen hebben, of electronicussen die door een fout het grootste deel van de communicatieverkeer in dit land kunnen platleggen.
Heeft men al eens stilgestaan bij het feit dat het gros van de Belgacom-werknemers na een 40-jarige loopbaan, in het totaal amper de helft hebben verdiend van wat hun grote baas op één jaar opstrijkt?
Stellen dat de Post-baas de verantwoordelijkheid heeft over zoveel duizend werknemers, komt bij deze laatsten als een cynische grap over, wanneer zij door zijn toedoen, sneller en meer dienen te presteren, hun rechtmatig verlof niet kunnen opnemen, en constant het ontslagzwaard boven hun hoofden zien circuleren?
In tijden dat prestaties van leidinggevende personen, hetzij kwalitatief of kwantitatief, twintig tot honderd maal meer naar waarde worden geschat dan deze waarover zij de leiding hebben, zou een herwerkte en geactualiseerde versie van de ideeën van Marx en Engels heel wat meer aanspreken dan het neoliberaal socialisme dat vandaag gepredikt wordt.
Renaat van Poelvoorde