juni 2019 |
Over oorlogsmisdaden, asielrecht, racisme, mensenrechten...en
nadenken.
Heb jij je ook reeds afgevraagd waarom het doden in oorlogen, met een niet toegelaten wapens een oorlogsmisdaad is, en met ‘toegelaten’ wapens helemaal zo erg niet is? Waarom oorlogshelden vrijwel uitsluitend bij overwinnaars voorkomen, en oorlogsmisdadigers bij voorkeur bij de verliezers opduiken? Waarom mannen die, in plaats van hun haven en goed mee te verdedigen tegen aanvallers, vluchten, rechthebbende asielzoekers zijn, gezinnen die de honger en ontbering in hun woongebied ontvluchten, teruggestuurd worden naar hun ellende? Waarom is het individueel niet gelijkwaardig behandelen van mensen van vreemde afkomt racisme is, maar dat gemeenschappelijk veel genuanceerder ligt? Heb jij je ook reeds afgevraagd waarom het doden in oorlogen, met niet toegelaten wapens een oorlogsmisdaad is, en met ‘toegelaten’ wapens helemaal zo erg niet is? Waarom oorlogshelden vrijwel uitsluitend bij overwinnaars voorkomen, en oorlogsmisdadigers bij voorkeur bij de verliezers opduiken? Waarom mannen die, in plaats van hun haven en goed mee te verdedigen tegen aanvallers, vluchten, rechthebbende asielzoekers zijn, gezinnen die de honger en ontbering in hun woongebied ontvluchten, teruggestuurd worden naar hun ellende? Waarom het individueel niet gelijkwaardig behandelen van mensen van vreemde afkomt racisme is, maar dat gemeenschappelijk veel genuanceerder ligt? Heb jij je ook al eens afgevraagd waarom er zoveel grondwettelijke rechten en verdragen bestaan waarin allerhande en uitgebreide rechten aan iedereen worden toegewezen, maar er daartegenover er bitter weinig wetten en verdragen bestaan die de verplichting aan individuen, organisaties of overheden opleggen om de middelen te verschaffen ten einde die rechten uit te kunnen voeren, laat staan dat die automatisch toegekend worden? Is het je ook al opgevallen dat al het hier voornoemde, zodanig genuanceerd, gerelativeerd, en voorwaardelijk kan gesteld worden, en wegens hun complexiteit in de uitvoerbaarheid ervan, dubbelzinnig en dikwijls aan elkaar tegengesteld kan worden gebruikt ? Dat men, al naar gelang men er voor- of nadeel meent uit te kunnen halen, men daar een verschillende kijk op heeft? Dat ‘links’ die dingen eerder moreel en gevoelsmatig benaderd, terwijl ‘rechts’ daar meer de praktische en vooral economische elementen bij betrekt? Vraag jij je ook af waarom, als men voor een rechtvaardige en min of meer gelijkwaardige verdeling van de welvaart en het welzijn is, en men dus sociaaleconomisch als ‘links’ kan worden beschouwd, men op sociaal ethisch vlak even ‘emotioneel’ en gevoelsmatig, wars van alle pragmatigheid, dat eveneens behoort te zijn? Als jou wantwoord op de voorgaande vragen, zelfs met enige nuancering, eenduidig ‘ja’ is, dan getuigt dat van een redelijke mate aan zelf- en mensheid-kennis. Zo niet, dan wordt het de tijd om na te denken...
|
Renaat van poelvoorde |