04/2004
Wat wij niet willen weten.
Er was een tijd, een tijd die er
steeds is geweest, tot het voorlaatste decennium van de vorige eeuw steeds is
geweest. In die tijden stoelde de rijkdom en de welvaart in de westerse wereld in
het noordelijke halfrond op het goedkope gebruik van de bodemschatten uit de
‘derdewereldlanden’ in het midden oosten en het zuidelijke halfrond.
Terwijl Engeland, Spanje en Portugal, na
hen in armoede gedompeld te hebben al geruime tijd hun ‘wingewesten’, hadden achterlaten, moesten in de jaren zestig ook de laatste ‘bloedzuigers’,
waaronder België, met tegenzin hun ‘ezeltjes strekje’
(welke hun koloniën waren) de onafhankelijkheid geven.
Toen in de jaren zeventig de met
rijkdom overladen Emirs en
olie-dictatortjes zich van hun macht
bewust werden en er écht diende betaald te worden voor het ‘zwarte goud,’ werd
hier en daar al eens de opmerking gemaakt dat, ook al bleven de bomen tot in de hemel
groeien, er misschien ook aan die ‘hemel’ grenzen zouden zijn .
Verlichte geesten (zijn er anderen
in de politiek en zakenwereld?) deden hun best om via politieke druk, verborgen embargo’s, allerlei
staatsgrepen, ja zelfs door gemanipuleerde ontwikkelingsprogramma’s, de met hun hulp ondertussen
aan de macht gekomen regimes en zichzelf
tot God uitroepende dictatortjes, hetzij
te helpen, hetzij te vervangen door
andere en ‘betere’.
Alles in functie tot behoud van de grondslag onzer
wereldeconomie: de beginwaarde van een ‘grondstof’ is per definitie nul!
De ondergang van het
‘Communistische Rijk’ was voor elk rechtgeaarde kapitalist het bewijs van de
superioriteit, ja zelfs onfeilbaarheid van zijn systeem. Bleek dat vrijheid, geldingsdrang en
persoonlijke zelfbeschikking zelfs voor decennialang geïndoctrineerde
Oost-Europeanen en Aziaten, belangrijker waren dan werkzekerheid, gratis
gezondheidszorg, en zorgeloze oude dag. Er ging niet enkel een immens nieuw
wingewest open, maar tevens een enorme potentiële afzetmarkt. De hemel ging
open…en de bomen zouden verder kunnen groeien
Dat de
geschiedenis zich steeds herhaalt is niet zomaar een volkse boutade. Maar
blijkbaar getuigt dit gezegde van een zodanige simpele logica dat ze nog steeds niet is
doorgedrongen tot de hoog boven het gepeupel torende, en in werelds beste
universiteiten gevormde planners en economen. Dus zoals destijds in Afrika ging men er, van de ene op
de andere dag, een sociale levensvorm installeren, waar wij aan de ontwikkeling
er van meer dan 100 jaar hebben gewerkt, en zelfs de dag van vandaag nog enige
moeite hebben om er ons in te stellen .
Het ‘Afrikaanse’ scenario
herhaalde zich dan ook in Oost-Europa: burgeroorlogen, machtsgrepen van
‘hervormde’ voormalige communisten, ineenstorting van bestaande structuren met
als gevolg een totale verwarring, ontstaan van de ‘nieuwe rijken’ met
hun tegengesteld equivalent: de nieuwe, maar dan werkelijke armen.
Het zogenaamde ‘nieuw wingewest’
is voor de kapitalist enkel bruikbaar als laatste schuilplaats voor zijn hier
ter ziele gaande bedrijven waarvan de producten niet meer concurrentieel
waren met deze uit de slaven- en kinderarbeidlanden in zuidoost Azië, Zuid-Amerika
en de Stille Oceaan. Omdat wegens de hoge werkloosheid, en bij gebrek aan enige
sociale zekerheid, de bevolking van de voormalige Sovjet-Unie, nog wilt werken
voor een loon, die naam onwaardig, kunnen ze het daar nog een tijdje uitzingen. De daar
geproduceerde goederen worden dan terug hier aan dumpingprijzen op de markt
gegooid. In het land van herkomst blijven ze echter voor de arbeider die ze
maakt, wegens zijn laag loon, onbetaalbaar. De enige die
er echt beter van wordt is de vaandelvluchtige kapitalist die, naar zijn
zeggen, door onze hoge loonkost, daar toe gedwongen wordt…
Tot daar dus, geef ik toe, wat
summiere en volgens
U, misschien zelfs, simplistische analyse.
Economen en zelfs heel wat
zichzelf te buiten gaande intellectuelen
zullen met allerlei studies van
één of meerdere van het omvangrijke
arsenaal Universiteiten, organisaties, studiediensten, die ons systeem rijk is,
aantonen dat
het wel wat ingewikkelder is dan wat ik hier kom te stellen. Wie ben ik om dit
te ontkennen?
Sinds jaar en dag zijn het juist
die instellingen die de weg tonen aan de planners en de uitvoerders. Zij zijn
dus verantwoordelijk voor het resultaat.
Ik, zoals U, beste lezer, zijn
hier maar observators. Wij zien enkel het resultaat. Maar wij ondergaan ook het
resultaat. Dat geeft ons
het recht om het te beoordelen. Ooit was er een tijd dat de
economie ten dienste van de mens stond. Van de mens in zijn geheel, bedoelde
men dan…van de ‘mensheid’. De Moderne kapitalisten, die zichzelf met het minder
beladen begrip ‘liberalen’ omschrijven durven nog net niet te zeggen dat
volgens hen de mens ten dienst staat van de economie, hoewel zij dat de praktijk, door
stelselmatig de ‘sociale bijsturingen’ af te breken, wel die richting doen
opgaan. In feite staat de economie dus nog ten dienste van de mens…maar dan
enkel van deze die de economie in handen hebben!
Het heden is het kind van het
verleden en de ouder van de toekomst. En dat kind heeft nu wel zijn mooiste
tijd gehad en blijft tegen beter weten in, op zijn beurt kinderen baren. Alles
rondom ons maakt ons duidelijk dat wat we niet willen, toch gebeurt en nog meer
zal gebeuren, en dat wat wij willen, voor zover het nog gebeurt, in de toekomst
steeds minder en minder zal gebeuren.
De Wereldbank, een organisatie die
je moeilijk kan verdenken een links, simplistisch, groen clubje te zijn, rekent
ons voor dat onze welvaart ons nu al meer kost dan ze oplevert. Volgens deze
respectabele instelling gaat economisch
gezien op (niet zo lange) termijn ons kapitalistisch systeem failliet.
In tegenstelling tot vroeger, waar de rijken rijker werden en de armen, in
verhouding arm bleven, worden nu de rijken rijker ten koste van de armen. Ook onze
natuurlijke samenlevingsvorm als gemeenschap, waarop onze economie is geënt is
op termijn niet meer werkbaar: Waar vroeger in gezinsverband het nodig was
zichzelf te vermenigvuldigen in het kwadraat, ten einde er voor te zorgen dat
er voldoende kinderen waren om voor hun ouders te zorgen, moet elke generatie
zich op zijn minst verdubbelen opdat er voldoende werkenden zouden zijn om de
steeds langer levende ouders en grootouders te ‘voeden’. Langs de andere kant
is de enige oplossing om deze wereld ‘leefbaar’ te houden en de levenskwaliteit
van de minder bedeelden te verhogen, het reduceren van de wereldbevolking.
Van een contradictie gesproken die kan tellen!
Dat geen enkele geleerde kop noch
daar voor doorgaande organisatie met enige ‘werkbare’ oplossing komt voor de, zowel in aantal als in omvang,
groter wordende problemen m.b. t. de armoede, de overbevolking, de vervuiling
van lucht, land en water, en globaal het voortbestaan van de mensheid zelf,
stemt ons alleen tijdens enkele kortstondige periodes van bezinning tot nadenken. Soms willen we er ook
eens tijdens een gezellige discussie als wereldverbeteraar over praten, maar
besluiten uiteindelijk, onder het mom van “wat kan
je’r als enkeling aan veranderen?” dan maar weer tot de orde van de dag over te
gaan.
De geschiedenis herhaalt zichzelf. Volksverhuizingen…
Hoogstaande welvarende beschavingen die zichzelf verteren…gebieds- en economische oorlogen…
In de wereldgeschiedenis, over
alle werelddelen heen,
is er steeds één constante geweest. Op een gegeven ogenblik zijn
de “have-not’s” het gaan halen bij de “have’s” tenzij die laatste
wijs genoeg waren om tijdig een deel van hun “rijkdom” af te staan.
Mijn simpele geest vertelt me dat
het nu niet anders zal gaan.
Wij, de ‘rijken’ geven jaarlijks 0,4% van wat we met zijn allen
verdienen, aan de ‘armen’. Sinds ettelijke jaren hebben wij het goede voornemen
om dat te verhogen naar 0,7%, maar omdat we naar onze goesting te langzaam
‘verrijken’ hebben we dat nog steeds niet uitgevoerd.
Wel…Deze simpele geest vreest dat
zelfs die 0,7 niet voldoende zal zijn, en dat we misschien wel tot de voor ons
onvoorstelbare orde van 30% zou moeten. Wie weet gaat het zelfs niet eens over
“wat we met zijn allen verdienen”, maar over “wat we met zijn allen HEBBEN ”
Deze simpele geest weet dat hij
het niet weet, en denkt dat ook de “verlichte” geesten het niet (meer) weten.
Maar dat laatste…zelf al weten die
zelf dat ze het niet weten… één ding is zeker :
wij WILLEN het niet weten!
Renaat Van Poelvoorde