Winst of verlies – geld of werk december 2006
Hoewel de
totale productiecapaciteit op de Europese markt 26,5 miljoen wagens bedraagt,
terwijl er maar een markt is voor 20,5 miljoen blijkt de afzet van het automerk
Volkswagen wereldwijd in het eerste kwartaal van 2006 met 15% te zijn gestegen
naar 1.361 miljoen auto’s, tegen 1.183 miljoen een jaar eerder. In de krant De
Tijd van 28.04.2006 beweert de directie van Volkswagen zelf dat het
marktaandeel niet enkel in Duitsland, maar ook in andere belangrijke markten in
West-Europa verbeterde.
Waarom Volkswagen besluit de productie van de Golf
baar Duitsland over te hevelen waardoor er in Vorst 4000 werknemers hun baan
verliezen, zou op het eerste zicht niet te zoeken zijn in economische reden. En
toch is het zo! Omzet- en winststijging lopen dikwijls niet evenredig en zijn
daarom niet steeds voldoende om ‘concurrentieel’
te blijven. Om in het modern kapitalistisch economisch systeem te kunnen
blijven overleven is het niet voldoende om winst te maken, deze dient
daarenboven ook stelselmatig aanmerkelijk te groeien. Bij een zelfde winstpercentage,
en zelfs bij een relatief kleine winstgroei spreekt men dus eigenlijk van
verlies. Het gevolg is dan meestel een ‘herstructurering’ met het nodige
banenverlies als gevolg. In dit geval gaat het over 4.000 arbeiders en
bedienden van Volkswagen die hun baan verliezen en nog eens 8.000 banen welke
bij onderaannemers sneuvelen.
Volkswagen boekte vorig een jaar
winst van 1,12 miljard euro, een verdubbeling ten opzichte van 2004. Het ziet
er naar uit dat de winst dit jaar nog hoger zal uitvallen dan in 2005. De omzet
is trouwens met 7% gestegen. Maar…met het aangekondigde herstructureringsplan
hoopt men de winst op te drijven tot 5,1 miljard euro in 2008. En dat is de
reden, de enige reden tot deze herstructurering.
De voorbije jaren heeft onze regering
ons gemeenschapsgeld nochtans aardig laten rollen om, in de heilige aanbidding
van het concurrentievermogen, bedrijven zoals Volkswagen te vriend te houden.
Vermindering van patronale bijdragen, belastingskortingen voor ploegenarbeid en
nachtwerk en recent nog een cadeau voor overuren. Bovendien investeerde de
regering maar liefst 35 miljoen euro in het automative park dat VW naar
verluidt in België zou verankeren. Deze strategie heeft duidelijk gefaald.
Ondanks het geloof daarin, blijkt
dat de kapitalistische winsthonger niet zomaar te stillen is met wat ‘snoepjes’.
Onze regering beklaagt er zich nu over dat de werknemers van Volkswagen-Vorst de
dupe zijn vanr “het nationalisme van de Duitsers”, het
“eigenbelang van de Duitse vakbonden”, en het “gebrek aan vrije markt”. Mijn gebrek aan hypocrietie
doet mij onze ministers en alle meeheulende commentaarschrijvers er op wijzen
dat de geschenken die deze regering aan de bedrijven, waaronder VW, uiteraard
ook de bedoeling hadden om de eigen economie en arbeidsmarkt te beschermen. Was
dat dan geen aantasting van de vrije markt? Gaat deze regering
nu bij Volkswagen de investeringssteun en alle lastenverlagingen van de
voorbije jaren terug vorderen, zodat ze dat kan besteden aan datgene waarvoor
het bedoeld was: het behoud van de tewerkstelling!
Volkswagen-Vorst is eens te meer een voorbeeld van het feit
dat ook flexibele hardwerkende', goedverdienende, en bijgevolg relatief
welstellende Vlamingen niet gespaard blijven van de koude wetmatigheden van het
kapitalistische vrije marktprincipe waarin mensen ten dienste van economie
staan, een economie welke op haar beurt als werkinstrument fungeert van de
enige echte machthebber op deze aarde: de financiële wereld. De hypocrisie die
onze rechtse- en centrumpolitici, als vaandeldragers van de vrije
markteconomie en -concurrentie, vandaag bij de ontslagtsunami van Volkswagen
tentoon spreiden kent blijkbaar geen grenzen. Als voorstanders van de
globalisering, flexibilisering en afbouw van de sociale- en arbeidsreglementering
die, naar hun zeggen, de vrije marktwerking en winsten afremmen, zijn zij
helemaal niet goed geplaatst om kritiek te leveren op beslissingen die juist
het gevolg zijn van het door hen zo geroemde kapitalistische
vrijenmarktmechanisme.
De Verhohstadts en de Somersen hebben zelfs het lef om van deze 'sociale ramp' dankbaar gebruikt te maken om te promoten dat de naoorlogse sociaal gestuurde vrijmarkteconomie verder dient omgevormd te worden naar een nog meer ongebreidelde vrije markt waar het aloude gezegde "Only the Gold makes the roules" volledig tot zijn recht kan komen.
Of...hoe volledige vrijheid in feiten een synoniem van
dictatuur aan het worden is.
Renaat van Poelvoorde