10/2004
Eindelijk een degelijke én betaalbare autorijopleiding?
De heer Renaat Landuyt, minister van mobiliteit, lanceert een nieuw (?)
idee om de ervaring van (oudere) autobestuurders te gebruiken voor de opleiding
ter voorbereiding op het praktisch autorijexamen. Zijn
bedoeling is om een beter alternatief te
scheppen voor de dure professionele opleiding in de autorijscholen (500 – 1000
EUR) dan de huidige systeem van “vrije opleiding”.
Terecht merkt de minister op dat de wetgeving daaromtrent
veel te beperkend is, en er in de praktijk op gericht is om het bestaansrecht
van het huidig autorijschoolsysteem niet
in het gedrang te brengen.
Als eerste stap om de beslotenheid en het daaraan verbonden monopolie
m.b.t. prijsbepaling van de bestaande rijscholen te doorbreken, heeft hij het
mogelijk gemaakt dat vanaf december 2004, onder bepaalde
competentievoorwaarden, iedereen een autorijschool kan beginnen. Hierdoor hoopt
hij de prijzen (die nu door de rijscholen onderling overeengekomen worden naar beneden te
halen.)
Als tweede stap denkt hij er aan, de beperkingen af te schaffen die
begeleiders van kandidaat bestuurders in het raam van de “vrije opleiding”
verbiedt om meer dan één persoon per jaar “op te leiden”
Deze beperking zou dan niet meer gelden voor ervaren (oudere) bestuurders die,
in een daartoe opgestelde proef,
bewijzen dat zij over voldoende bagage en talenten beschikken om hun
praktische kennis naar kandidaat bestuurders over te brengen.
Als voormalig praktisch lesgever in één van de grootste autorijscholen in
het land, zelfs een paar jaar dienstdoende als administratief directeur, werd
ik na 18 jaar, ondanks een perfecte staat van dienst (82% geslaagden bij de
eerste deelname in het rijexamen) wegens vakbondswerking ontslagen. Dus meen ik,
zowel op administratief als op praktisch vlak met kennis van zaken te praten.
In een autorijschool is de prijs van een rijles zowat het vijfvoudige van
het nettoloon, drievoudige van het brutoloon en meer dan het dubbele van de
totale loonkost van een lesgever. Daarvoor zijn enkel het loon van de lesgever
de winstmarge en de 6% btw verantwoordelijk, maar in grote mate de
onnodige “werkingskosten” van de school alsook de (door de school overdreven)
kosten van het lesvoertuig. Een zelfde
rijles, zonder de huidige rijschoolstructuur, gegeven door een professionele
begeleider met dezelfde loonkost, zou in het geval dat de leerling zelf
het voertuig levert, minder dan de helft bedragen, en indien met het voertuig
van de lesgever, zou de prijs nog niet hoger zijn dan 60% dan deze die de
rijscholen aanrekenen .
Als, zoals de minister voor ogen heeft, oudere ( gepensioneerden en
bruggepensioneerden), maar competente ervaren bestuurders met tijd, als
bijverdienste, kandidaat bestuurder zouden kunnen begeleiden, zou dit, met het
voertuig van de kandidaat al voor 7 tot 9 EUR per uur kunnen(1/4 van de
rijschoolprijs), en met het voertuig van de begeleider toch nog niet meer dan €11 tot €13 bedragen
(1/3 van de rijschoolprijs) Rijopleidingen van € 1000,-n en € 1600,- worden op
die wijze teruggebracht tot € 200,- en € 300,-
Bedenkende hoeveel ex-autorijschoolinstructeurs in dat geval verkeren, is
het begrijpbaar dat er in de erkende autorijscholen wel enige mate van paniek te ontwaren
is.
Misschien krijgen wij dan toch eindelijk ,een voor iedereen betaalbare en tegelijkertijd degelijke professionele rijopleiding.
Renaat Van Poelvoorde