De Europese Unie : Een masker voor de dictatuur van de financieel-economische machthebbers. |
augustus 2013
|
|
Het valt trouwens moeilijk uit te leggen dat, terwijl een kleine elite zich onverminderd kan blijven verrijken, de werkloosheid, armoede, bedrijfssluitingen, massaontslagen, verplichte migratie, afschaffing van de minimumlonen, steeds grotere flexibiliteit, en zelfdodingen, blijven toenemen. Maar toch zijn er hier en daar, behalve de
riant vergoede
De meesten van hen zijn dan ook geïndoctrineerde of opportunistische verdedigers van de EU. En omdat ook ik er van overtuigt ben dat een verenigd Europa op zich een goede zaak is, zou ik dat helemaal niet zo erg vinden, ware het niet dat zij, zoals zo vele verdedigers van de EU, voorbijgaan aan de feitelijkheid dat het verenigde Europa er ook anders had kunnen uitzien dan de huidige constructie. En volgens meer dan één 'oudgediende' die de 'pubertijdsperiode van deze organisatie hebben meegemaakt hadden de grondleggers ervan toch enigszins iets anders in gedachten gehad.
Zo zou de unie een organisatie kunnen zijn die in de eerste plaats de belangen van de meerderheid van de bevolking, en niet deze van de kapitaalbezitters behartigt.
Zo zijn bepaalde voorstellen om strengere sociale bepalingen in handelsakkoorden op te nemen eerder utopisch te noemen. Men wil bvb producten die uit China komen, en niet aan onze milieunormen beantwoorden, tegenhouden met heffingen aan de grens, met een regelrechte handelsoorlog als gevolg. Op die wijze wordt de toepassing van de Europese milieunormen dan wel heel problematisch.
Maar toch! Als niet de volksgezondheid, maar de
handelsbelangen op het spel staan, durft de EU wel haar tanden tegenover
de Chinezen te tonen. Zo stelde Karel De Gucht, als lid van de
Europese Commissie voor om importheffingen in te voeren op Chinese
zonnepanelen.
Een ander voorstel, een verplicht en zelfde (aan de plaatselijke
levensstandaard aangepast) minimumloon in alle
EU-landen om de concurrentie tussen EU-landen tegen te gaan (in
Duitsland bestaan geen minimumlonen en wordt tegen drie euro per uur
gewerkt), vindt geen bijval bij de Europese liberalen met hun gekende
motivering dat dit 'heel Europa in de werkloosheid zal jagen'. Dat juist
door het gebrek aan minimumlonen het aantal werkende armen steeds meer
toeneemt zal hun uiteraard een zorg wezen.
|
Idem voor het voorgesteld Europees industrieel beleid en een minimumbelasting voor bedrijven, loopt men in het EU-parlement niet erg warm. Het lobbyen van de grote bedrijven slaagt er blijkbaar in het idee ingang te doen vinden dat de belastingconcurrentie tussen de verschillende lidstaten moet kunnen spelen 'omdat dat de belastingen laag houdt'. En zo blijven multinationals waarschijnlijk ook in de toekomst geen of nauwelijks enkele procenten belasting betalen.
Ook al maakt Europa haar borst nat dat de EU-landen gezamenlijk beslissingen nemen waardoor ze 'invloed kunnen uitoefenen op de rest van de wereld, toch kan men er niet naast kijken dat de EU op politiek, handels-, milieu- en sociaal gebied steeds meer de duimen moet leggen voor de echte grootmachten (VS en China) en vooral voor de financieel-economische machten.
Dergelijke ontwerpen moeten weliswaar nog goedgekeurd worden door de Europese Raad van regeringsleiders en het Europees Parlement. Eén en ander dient welsiwaar 'in samenspraak met het parlement van het betrokken euroland' gebeuren, maar dat is ndan ook nietsmeer dan informatieverstrekking en advies-inwinning, gezien de nationale parlementen zelf daar geen medebeslissingsmacht bij hebben. Hoe anti-democratisch de weg is die EU opgaat, en hoe ver de regeringen van de lidstaten in het accepteren daarvan gaan, werd onlangs overduidelijk aangetoond toen in 2011 door een trojka van niet-verkozen instanties: het Internationaal Muntfonds, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank, zonder enige democratische beslissing van de betrokken landen, Mario Monti en Lucas Papademos, tot eerste minister van respectievelijk Italië en Griekenland werden aangesteld.
Het moge dus duidelijk zijn: de oorspronkelijke bedoeling van de grondleggers van de Europese eenmaking mag dan wel lovenswaardig zijn, en zelfs deels (voorlopig nog steeds) bereikt, maar desondanks kan ik mij best voorstellen dat Sicco Mansholt, Jean Monnet, Robert Schuman, Paul-Henri Spaak, en Altiero Spinelli, zich meermaals in hun graf omkeren bij de vaststelling dat hun droom verworden is tot een instelling dat als masker fungeert voor de dictatuur van de financieel- en economische machthebbers. Renaat van Poelvoorde |