december 2017       

 

Het utopische ‘gedeeld burgerschap’ en ‘harmonisch samenleven

Jürgen Slembrouck, werkzaam bij de Vrijzinnige dient -Universiteit Antwerpen, vroeg zich na de voorbije rellen in Brussel, in een artikel op VRT-NWS af of wij nu ook in onze hoofdstad de vraag van de Nederlandse politicus, Geert Wilders, : of men méér of minder Marokkanen in het land wilde” kon stellen en beantwoorden zonder als racist te worden weggezet.?
 

Wat de auteur wil, zijn niet zozeer minder mensen van een bepaalde vreemde origine of nationaliteit, maar minder “rootisten”. Met ‘Rootisten’ bedoelt hij namelijk: inwoners in een land die, zelfs al zijn zij er geboren en getogen, zich omwille van hun biologische afstamming meer als bvb Marokkaan of Turk beschouwen, dan als Belg of Nederlanders. En laten we mekaar niets wijsmaken, uit verschillende bevragingen blijkt dat een meerderheid van de uit Marokko en Turkije afstammende autochtone jongeren, inderdaad als ‘rootisten’ kunnen worden omschreven.

Alhoewel deze vrijwel bij elke allochtone bevolkingsgroep voorkomen, zijn de islamitische jongeren, omwille van hun door de islam gedomineerde cultuur, daar in grotere mate vatbaar voor. Democratie en Integratie, laat staan assimilatie, gaan namelijk lijnrecht in tegen de onderwerpende en alles omvattende ideologie welke de islamitische religie is. Voor de meerderheid van hen is vreedzame Segregatie (voorlopig) dan ook het enige haalbare alternatief voor wat de radicale islamieten voorstaan.
 

Dat vooral heel wat islamitische jongeren van vreemde origine nogal moeite hebben met de ongemakkelijke spagaat tussen twee niet-compatibele culturen welke zij in een westerse samenleving noodgedwongen moet uitvoeren, komt vooral tot uiting in de spontaan ontstane straatrellen, waarbij de radicalen onder hen gebruik maken van bepaalde evenementen om vernieling en chaos te scheppen
 

Maar ook de overheid heeft het moeilijk, en weet niet zo goed hoe men daar dient op in te spelen. Waar men vanuit rechtse hoek de ‘laksheid’ en ‘tolerantie’ van zowel de ordehandhaving, als van justitie aanklaagt, blijft man vanuit ‘linkse hoek hameren op de ‘economische en sociale oorzakelijke verbanden’ van de ongeregeldheden, en de al dan niet vermeende zogenaamde provocatieve tussenkomsten van de ordediensten.

De hier in eerste alinea vermelde auteur wil, niet enkel minder racisten, maar vooral veel minder "rootisten". Hij wil meer medeburgers. Mensen die net als hij de uitgangspunten van de liberale rechtstaat onderschrijven. Hij gaat voor een ‘gedeeld burgerschap’ dat gebaseerd is op wederkerigheid. Hij wil in harmonie en diversiteit samenleven, en vraagt zich af of hij die humanistische hoop nog koesteren?
 

Uiteraard, mag hij dat. Al is dat mijn inziens een ijdele hoop, wegens het moeilijke samengaan van bepaalde tegenstellingen. Zolang die ‘diversiteit’ mede bepaald wordt door een cultuur waarvan de dominante religie de liberale rechtstaat afwijst wegens ‘ondergeschikt zijn’, is het ‘in harmonie samenleven’ eerder een utopie.