april 2015       

 

De Joodse ervaringsdeskundigheid...

 

Vorige maand is de jaarlijkse zitting van de “United Nations Commission on the Status of Women” (CSW), een zogenaamde “internationale commissie van vakmensen voor de juridische positie van de vrouw”, bijeengekomen en heeft zij haar jaarlijks rapport voorgesteld.

Deze commissie werd in 1946 ingesteld en behoort tot de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties, één van de zes belangrijkste organen van de VN (waartoe bijvoorbeeld ook de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad en het Internationaal Gerechtshof behoren). De doelstelling van dit orgaan is de seksegelijkheid in de wereld te bevorderen, op te komen voor de universele rechten van vrouwen, en te rapporteren over hoe zich de desbetreffende situatie in de wereld ontwikkelt.


Eenmaal per jaar komt de uit 45 leden bestaande commissie in het VN-hoofdkwartier in New York bijeen om de stand van zaken te bespreken, overleg te voeren over te nemen politieke stappen, resoluties aan te nemen en, programma´s te ontwikkelen. Ze is de hoogste en belangrijkste instelling van de VN wat betreft vrouwenrechten.

Op de 59ste jaarvergadering welke vorige maand plaats had, werd een resolutie aangenomen, waarin een land – let wel, één enkel land – veroordeeld wordt voor het schenden van vrouwenrechten. Dit land krijgt daardoor van de VN een soort speciale (negatieve) status aangemeten, omdat de schendingen waaraan het zich schuldig maakt, als ongebruikelijk ernstig en bijzonder noemenswaardig worden beschouwd.

Dat het echter maar over één enkel land gaat, kan enige verbazing wekken. Vooral omdat wij met de regelmaat van de klok in de media bericht worden over vrouwenrechtenschendingen in landen, zoals Pakistan, waar procentueel de meeste vrouwen onder geweld door hun partners lijden, of Soedan, waar 88% van de vrouwen onder de 50 jaar onderhevig zijn aan genitale verminking en waar de minimumleeftijd voor een meisje 10 jaar bedraagt, of Saoedi-Arabië, waar vrouwen lichamelijke straffen krijgen als ze niet de voorgeschreven kleding dragen, en waar ze niet mogen autorijden of zonder een mannelijke begeleider mogen reizen.


En het lijstje van landen waarvoor de commissie blijkbaar enig begrip kan opbrengen voor hun ietwat 'rare culturele geplogenheden' wordt nog aangevuld met o.a. de “Islamitische Republiek” Iran, waar vrouwen wegens overspel dood gestenigd kunnen worden, geen voorzitter van een rechtbank mogen zijn, een rigide hoofddoekdwang moeten opvolgen, en de toestemming van hun man nodig hebben om buitenshuis te werken. En dan hebben we het nog niet eens over Syrië, waar het regime verkrachtingen en andere vormen van geseksualiseerd geweld tegen vrouwen inzet als oorlogsstrategie. En China, waar sprake is van gedwongen abortussen en sterilisaties van vrouwen.

 

En wat te zeggen over die talrijke landen, waarin “eermoorden”, vrouwenhandel, gedwongen prostitutie en het hele palet aan ontbrekende politieke, individuele en sociale rechten voor vrouwen, zo niet wettelijk toegelaten, dan toch als “normaal” worden aanzien?

 

Volgens deze eerbare commissie is er dus in geen enkele van de voornoemde landen sprake van enige noemenswaardige vrouwen-ongelijkheid, laat staan van 'ernstige' schendingen van vrouwenrechten

 

Neen. Het land dat als ENIGE door de “United Nations Commission on the Status of Women” in een resolutie expliciet wordt veroordeeld, is: Israël.

 

En zoals het bij een 'deskundige' veroordeling betaamt, wordt ook deze als volgt gemotiveerd:
 

“De Israëlische bezetting blijft de belangrijkste hindernis voor Palestijnse vrouwen wat betreft hun ontwikkeling, hun zelfstandigheid, en hun deelname aan de vooruitgang van hun samenleving.”

De bekende mensenrechtenactiviste Anne Bayefsky zegt sprakeloos te zijn bij de vaststelling dat, enerzijds heel wat Islamitische landen waar vrouwen als tweederangsburgers worden behandeld, blijkbaar buiten schot blijven, terwijl anderzijds de VN de joodse staat eens temeer aan de VN-schandpaal nagelt, en haar verantwoordelijk stelt voor de miserabele situatie van Palestijnse vrouwen, welke grotendeels het gevolg zijn van de vrouwonvriendelijke islamitische religieuze decreten en tradities, alsook de cultuur van mannenoverheersing.

Deze onrechtmatige veroordeling van de commissie is het zoveelste bewijs van ant-Israëlische ingesteldheid vanwege de meeste VN-lidstaten. Terwijl men i.v.m. het Gaza-conflict van vorig jaar Israël beschuldigde van het 'afslachten' van onschuldige burgers', zwijgt men over de tientallen van de 193 UNO-leden die niet enkel bij defensieve, maar ook bij offensieve oorlogshandelingen, behalve veel meer burgerslachtoffers maken, ook nog wetten hebben aangenomen waardoor vrouwen naar de rand van de desbetreffende samenleving gedrongen worden.

Maar door het stilzwijgen daarover, worden deze hier allemaal als onschuldig beschouwd.

Hoe dan ook, bij nader toezien is dat niet zo verwonderlijk, bedenkend dat niet alleen Iran tot de commissieleden behoort, Soedan zelfs plaatsvervangend voorzitter van de commissie is, en ook de Palestijnen er zijn vertegenwoordigd.

Deze resolutie, welke op initiatief van de Palestijnen en Zuid-Afrika in de vergadering van de VN-vrouwenrechtencommissie ingebracht, werd met 27 “Ja”-stemmen aangenomen. Slechts twee commissieleden stemden tegen, namelijk de VS en Israël zelf.

Bovendien waren er 13 blanco stemmen – waaronder, (dat zal niemand verbazen), de leden van de Europese Unie. Om opportunistische reden gaven de meeste Europese landen via hun onthouding te kennen dat zij het in ieder geval niet volledig onjuist vonden om Israël als de nummer één onder de globale schenders van vrouwenrechten te zien. Blijkbaar is het voor de westerse landen, gezien de groeiende Arabische aanwezigheid in West-Europa, niet aangewezen deze bevolkingsgroep tegen de haren in te strijken.

De Israël-bashing en het hen als schuldige aanwijzen voor alles en nog wat, begint enige vergelijkingspunten te vertonen met de antisemitische golf in de eerste helft van vorige eeuw...

Eens te meer lijkt de geschiedenis zich deels te gaan herhalen. Maar gelukkig zijn juist daardoor de Joden ervaringsdeskundige geworden...

Deel

©RVP-2015

 

  

    naar mijn vorige standpunten...