10/2004
Socialisme en kapitalisme
Meer dan
honderd jaar geleden waren Engels, Marx en Lenin van mening dat er wereldwijd een dam moet opgeworden
worden tegen de desintegrerende werking van het kapitalisme. De basisidee van hun leer was, dat in een
solidaire maatschappij de mensen moesten werken volgens hun vermogen en krijgen
naar hun behoefte.
Zoals elke
idealistische theorie gaat ook het communisme voorbij aan het reële feit dat de
mens in regel egoïstisch en egocentrisch is, en dat een solidaire maatschappij al
begint te sputteren van zodra enkelen zich niet solidair gedragen.
Al kort na de
revolutie, in Rusland onder Stalin, en in China onder
Mao, vervormde het communisme tot een
staatskapitalisme en functioneerde de economische maatschappij als één
nationaal bedrijf met ontelbare filialen, waar alle burgers de “aandeelhouders”
van waren. De nadelen van een dergelijke bestel, waar een doorgedreven “gelijkberechtiging”
weinig impuls tot “presteren” gaf, en de tienjarenplannen en vooropgestelde
doelstellingen weinig persoonlijke vrijheid lieten, waren voor heel wat intellectuelen
onaanvaardbaar.
Daar
tegenover stond dat het communisme. de burgers zekerheid,
zeer goedkope verzorging, basisvoeding en een onderkomen bood . Er was weinig
afgunst en een sociale cohesie waar wij enkel van kunnen dromen. Iedereen had
werk en waardigheid. Iedereen (behalve de tegenstanders van het regime) voelde
zich veilig en straatcriminaliteit was er vrijwel onbestaande.
Vandaag de
dag heeft het communisme in de Oostbloklanden er het bijltje bij neergelegd en
zich ten prooi geworpen aan het kapitalisme. Het (nog steeds bij naam)
communistische China, is aardig op weg om een “begin- 19deeews”-kapitalistisch
land te worden waar mensen lange uren werken voor een loon waarvan men amper
kan leven.
De stemmen
die pleiten voor de sociale en ecologische redding van onze samenleving klinken
niet echt door in de media, zoals TV, dag- en weekbladen en het internet. De media moeten hebben van de sponsering en
reclame van kleine middenstanders tot wereldwijde multinationals.
Afgezien van
ons, door velen geminimaliseerd ecologisch probleem, sluit men liefst ook de
ogen voor het groeiend sociaal probleem die deze wereld op termijn onleefbaar
maakt. Wereldwijd is 30% van de werkwillige wereldbevolking werkloos. Zelfs in
China, die stilaan de wereldfabriek voor alle speelgoed, huishoudtoestellen en elektronische
apparatuur aan het worden is, stijgt de werkloosheid als gevolg van het
invoeren van de efficiënte Westerse productietechnieken.
Steeds meer worden
arbeidskrachten door computers en robotten vervangen. Steeds meer groeit het
overaanbod aan goedkope arbeidskrachten. Hierdoor vermindert het inkomen en de
koopkracht van de mensen die dat inkomen uit verrichte arbeid halen Made
daardoor dreigt ook
de draagkracht van de sociale zekerheid te vervallen.
Dat alles zal
er op middellange termijn voor zorgen dat de brandstof voor de “consumptiemaatschappij-motor” op raakt waardoor het kapitalistisch systeem uiteindelijk zichzelf zal
vernietigen.
Vanaf het
moment dat de groep werkwillige arbeidskrachten waarvoor er geen werk meer is,
te groot wordt zal men noodzakelijkerwijs de koopkracht moeten gaan “uitdelen” aan
de bevolking opdat de motor van onze economie niet vast zou lopen.
Misschien
krijgen op die manier Engels, Marx en Lenin, toch nog gelijk
Renaat Van Poelvoorde.