Staatshervorming: vragen van een ondeskundige bij een scheiding van tafel en bed.                           Maart 2008

http://www.chengetheworld.org/img/-2007/belgique/accueilBelgique.jpgHet ziet er naar uit dat de, in de jaren zeventig van de vorige eeuw begonnen staatshervorming, op termijn zal uitmonden in een soort confederale staatsstructuur.  In functie van relatienormen omschreven komt dit neer op een feitelijke “scheiding van tafel en bed”.  Voor de buitenwereld  principieel nog samen, maar als het op geld, werk en persoonlijke relaties aankomt, gaat ieder zijn eigen weg.

Het gros van de Vlaamse politici doen hun best om met twee fundamentele argumenten de noodzaak van een dergelijke ‘scheiding’ aan te tonen. Vooreerst zou onze luie partner (Wallonië) profiteren van ons (Vlaanderen) door hard werken, verdiende inkomen. En tweedes zouden wij, Vlamingen, als wij het op vrijwel alle vlakken ‘alleen’ voor het zeggen hebben, het er nog beter, lees ‘rijker’ van af brengen.

Alhoewel ik  als ‘man in de straat’ zowel politiek, economisch als sociaal, niet tot de zogenaamde ‘deskundigen’  kan worden gerekend, stel ik mij daar toch de een aantal vragen bij:

Kunnen kleine, wereldwijd vrijwel onbekende regio’s zoals Vlaanderen en Wallonië, zelfs met het investeren van belastingsgelden in dure imagebuildingcampagnes, ooit het huidige economische imago van België met zijn hoofdstad Brussel, tevens de Europese hoofdstad evenaren, laat staan overschrijden?

Zal in de Europese Unie het belang van de som van drie afzonderlijk optredende regio’s (of vier, want men vergeet constant de Duitstalige) gelijkwaardig of groter zijn dan deze die het huidige België heeft? Kan men ontkennen dat België als één van de stichtende leden van de Europese Unie meer kan wegen in het Europese proces dan Vlaanderen of Wallonië dat zouden kunnen als een van de bijna driehonderd regio's die de Unie telt, zelfs als het een onafhankelijk land zou worden?

Is het niet zo dat bvb heel wat verschillen inzake het gebruik van de sociale zekerheid, groter is tussen Oostende en Antwerpen dan tussen Vlaanderen en Wallonië? En wat gezegd over de financiële transfers die van de provincie Waals-Brabant (de rijkste provincie) naar  zes van de acht West-Vlaamse arrondissementen vloeien? Leveren de interregionale verschillen, die er uiteraard zijn, dan wel een voldoende argumentatie tot een verdere regionalisering van de bevoegdheden?

Zou men, gebruik makend van dezelfde transfermaatstaven, de verschillen tussen de arrondissementen, ja zelfs tussen de gemeenten, niet dezelfde motivering kunnen hanteren om bevoegdheden van zowel de federale staat, gewesten als provincies naar de arrondissementen en gemeenten over te dragen? Zouden wij dan volgens diezelfde  denkpistes er beter aan toe zijn indien wij dit land opdelen in een honderdtal economische en sociale ministaatjes zoals Monaco en Andorra? (de rijkelui, Tom Bonnes en Justines Henins zouden er dan alvast niet moeten voor verkassen)

Is het gebruiken van de taal als één van de scheidingscriteriums niet een archaïsche maatschappijopvatting die uitgaat van de gedachte één volk, één natie, één taal? En
hebben wij in het verleden; ja zelfs in de recente geschiedenis niet meegemaakt tot welke onmenselijke toestanden dat kan leiden?

Zou het niet kunnen zijn dat alle regio's, zowel Wallonië, Brussel en Vlaanderen, verarmd uit een verder doorgevoerde regionalisering komen? Zou, bij een regionalisering van bvb de personenbelasting de zogenaamde "winst uit transfers" niet geneutraliseerd worden door de 250.000 Vlamingen die in Brussel werken en als gevolg daarvan daar hun belastingen op hun looninkomen dienen te betalen?


Moeten wij in deze geglobaliseerde wereld het verschil in taal, zoals het verschil in culturen niet eerder als een verrijking zien, in plaats van de meertaligheid in ons land,  als een overbodige luxe te bezien? En is de drang naar een verdere ‘verzelfstandiging’ van zowel het culturele als sociale leven niet eerder gebaseerd op een gettobenadering?

Is het organiseren van een intense samenwerking tussen de regio’s niet veel gemakkelijker binnen centrale bevoegdheden dan tussen zelfstandige regio’s? Hoe denken wij het probleem Brussel of de verdeling van onze overheidsschuld aan te pakken bij het opsplitsen van de fiscaliteit?

Na zeven jaar Lambermontakkoorden zijn we er nog steeds niet in geslaagd de splitsing van de plantentuin van Meise uit te voeren. Als een akkoord over de splitsing van een plantentuin nog niet kunnen uitvoeren, hoe kan men dan stellen dat het regionaliseren van de fundamentele basisbevoegdheden van een staat, zoals justitie, arbeidsbeleid, laat staan sociale zekerheid, probleemloos zou kunnen worden uitgevoerd?

Zou het niet beter zijn dat de regio’s hun complementariteit meer gebruiken? Is een regeling, waardoor de werkloosheid in Brussel en in gedeelten van Wallonië de naar schatting 150.000 vacante betrekkingen in Vlaanderen opvullen echt zo moeilijk? Zouden daardoor niet heel wat van de transfers ongedaan worden gemaakt? Misschien zou men (eindelijk) eens de arbeidsreglementering (vooral onderdeel minimumlonen) kunnen aanpassen in de zin dat werken meer loont dan niet werken?

Is een voldoende draagvlak niet de basis voor het institutionaliseren van  solidariteit binnen de sociale zekerheid? Dat solidariteit moet gekoppeld worden aan verantwoordelijkheid zal niemand ontkennen, maar is dat zo’n probleem om dat vanuit een centraal bestuur op te leggen aan de regio’s? Waar haalt men het om enerzijds in een klein land als België bestuursdaden te regionaliseren, terwijl men anderzijds ze op Europees vlak, omwille van de efficiëntie steeds meer wil centraliseren?

Op dit ogenblik vertegenwoordigt België ongeveer twee procent van het bruto binnenlands product van de Europese Unie. Bij een vrijwel volledige economische regionalisering zal het in drie delen hakken van die twee procent (1,1 voor Vlaanderen; 0,4 voor Brussel en 0,5 voor Wallonië) op europees vlak leiden tot economische versnippering. Wie durft te beweren dat dit bevorderlijk zal zijn voor onze welvaart?

Heeft de prakrijk niet bewezen dat bepaalde beleidsdomeinen efficiënter kunnen worden uitgevoerd op federaal niveau dan op regionaal niveau? Denken we maar aan de geluidsnormen van vliegtuigen, het openbaar vervoer (De Lijn, TEC, MNVB), en verkeer.

Gaat onze ziekelijke drang om vrijwel alles op economisch en sociaal vlak te regionaliseren niet in tegen de algemene tendens naar verdere europeanisering van de nationale van bevoegdheden?  Zal achteraf niet blijken dat wij na nutteloos onze  reglementeringen te hebben geregionaliseerd ze alsnog moeten harmoniseren op Europees niveau?

Door al deze vragen, opgeroepen bij een ‘scheiding van tafel en bed’, zoals ik de door rechts-Vlaanderen gewenste staatshervorming noem, is het voor een kritisch mens twijfelachtig of daardoor de Vlamingen, Brusselaars, laat staan de Walen, hun levenskwaliteit zouden zien stijgen.

Maar, zoals ik hier eerder stelde, zowel qua opleiding als sociale status kan ik niet tot de ‘deskundigen’ worden gerekend. En misschien zijn mijn vraagstellingen en bedenkingen daar een weerspiegeling van.

Daarom dat een antwoord daarop van ‘deskundigen’ waarschijnlijk niet te verwachten is…

 

Renaat Van Poelvoorde